Verdachte van gooien handgranaat en beschietingen vrijgesproken

De 31-jarige Brahim Z. is donderdag door de rechtbank in Rotterdam vrijgesproken van het gooien van een handgranaat in een woning en de beschuldiging dat hij bedrijfspanden zou hebben beschoten. Bewijs in zijn telefoon kon niet genoeg aan hem worden toegeschreven.

door Joost van der Wegen

Handgranaat

Er was 17 jaar tegen de man geëist. Hij werd verdacht van het gooien van een handgranaat door een ruit van een woning aan het Piet Paaltjensplein in Rotterdam, in de nacht van 5 op 6 februari 2022, waarbij het slachtoffer zwaargewond raakte. In dezelfde nacht zou hij een woning hebben beschoten aan de Jan Kobellstraat. Twee weken later zou hij betrokken zijn geweest bij de brandstichting in een portiek in Rotterdam, met een molotovcocktail.

Een drugsconflict zorgt voor een ongekende geweldsgolf in de winter van 2022. Uit geheime politie-informatie komt naar voren dat de aanleiding een gestolen partij cocaïne is. De geripte partij drugs zou afkomstig zijn van de Rotterdamse drugscrimineel Isaac B., alias “Bom”. De eigenaar is vervolgens op zoek naar de dieven. Uit onderzoek blijkt dat 31-jarige Brahim Z. meewerkt om ‘orde op zaken’ te stellen. Hij wordt door de officier van justitie gezien als ‘aanslagmakelaar’ die ‘soldaten’ inzet voor aanslagen op panden en afpersing.

Afgeperst

Ook werd een eigenaar van een autowasstraat afgeperst. Hij kreeg een telefoon overhandigd en sprak met een persoon die zich voorstelde met de voornaam van de verdachte en zei: “Jij moet 25.000 euro aan mij betalen voor <…>. Ik heb gehoord dat jij drie zaken hebt en alle drie gaan ze eraan’. Er werd een Whatsapp-bericht aan hem verzonden met de tekst: ‘Ik weet niet hoe jij dit wil oplossen maar het is al duidelijk genoeg. Ik haat oplossen op mijn manier’.

Aangehouden

De verdachte werd in mei 2022 aangehouden, in zijn huis werd een iPhone 13 mini in beslag genomen. Op die telefoon stonden screenshots van gesprekken en afbeeldingen die verband leken te houden met de zaken waar hij van werd verdacht.

Zo waren foto’s van de locaties van de geweldsincidenten verstuurd en is er gesproken over de huisnummers en bijbehorende ramen. Uit onderzoek kwam naar voren dat de screenshots van de gesprekken en afbeeldingen volgens de politie ‘waarschijnlijk’ zijn gemaakt met de iPhone 13 mini, of dat het ‘aannemelijk’ is dat deze screenshots met de telefoon zijn gemaakt.

Betrokken

De rechtbank stelt nu dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte aan de gesprekken heeft deelgenomen. ‘De aanwezigheid van de screenshots van gesprekken en afbeeldingen op de telefoon van de verdachte lijken erop te wijzen dat de verdachte op een manier betrokken was bij de geweldsincidenten, of hiervan in ieder geval op de hoogte was. De rechtbank acht het bijzonder verdacht dat de verdachte deze screenshots op zijn telefoon heeft staan, terwijl zijn naam ook op andere plaatsen in het dossier naar voren komt.’

Maar alleen de aanwezigheid van de screenshots in zijn telefoon vindt de rechtbank onvoldoende bewijs om vast te kunnen stellen dat de verdachte bij de verschillende aanslagen ook een rol als medepleger of medeplichtige heeft gehad. Laat staan wat die rol dan specifiek zou zijn geweest.

Onvoldoende

De rechtbank spreekt de verdachte daarom vrij: ‘Hoewel er aanwijzingen zijn dat de verdachte de persoon is die aangevers heeft afgeperst en dat hij mogelijk te maken heeft met de beschietingen, zijn die naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende concreet en richtinggevend om zonder redelijke twijfel vast te kunnen stellen dat de verdachte de afperser of de schutter is geweest.’

De uitspraak in deze zaak is hier te vinden.