Verpletterende druk op onderzoek naar opdrachtgever(s) aanslag De Vries

De poging om Peter R. De Vries te liquideren leidt tot grote behoefte een verdachte opdrachtgever aan te wijzen en een motief te vinden. Niet alleen bij de politie. Geregeld valt de naam van meervoudig moordverdachte Ridouan Taghi. Het gegeven dat verdachte Delano G. een neef is van iemand die naar het idee van justitie deel uitmaakte van het netwerk van Taghi versterkt dat geluid. Voor de recherche ligt het wat ingewikkelder.

Door @Wim van de Pol

Joey W. is enige jaren terug veroordeeld in de 26Koper-zaak voor deelname aan een criminele organisatie die liquidaties voorbereidde. Taghi en medeverdachten staan in het lopende Marengo-proces terecht voor uitvoeren van zes liquidaties en meerdere pogingen daartoe. De verdachten van 26Koper ziet justitie als handlangers van Taghi. Pgp-berichten bewijzen dat, volgens het Openbaar Ministerie.

Opdrachtgever(s)

De advocaat van Taghi, Inez Weski, heeft deze week (net als Ficq & Partners, advocaten van Joey W.) in een verklaring laten weten geschokt te zijn door de aanslag op De Vries.

Over motief of opdrachtgevers voor de aanslag is nu helemaal niets duidelijk. Advocaat Weski constateert wel een ‘stroom aan berichten in de media’ over personen die ‘voor deze vreselijke gebeurtenis verantwoordelijk zou(den) zijn.’

Een van die personen is haar cliënt Ridouan Taghi, waarbij net als eerder de koppeling wordt gemaakt met de moord op de broer van kroongetuige Nabil B. (2018) en op diens advocaat Derk Wiersum (2019).

Weski: ‘Er wordt in de media weer ten onrechte gesteld dat cliënt vervolgd wordt of verantwoordelijk zou zijn voor de dood van advocaat Wiersum en de broer van de kroongetuige. Cliënt wordt hiervoor echter niet vervolgd en voor zover bekend, is cliënt ook niet als verdachte aangemerkt.’

Tweet

Op 14 mei 2019 bracht Peter R. de Vries middels een tweet (zie onder) naar buiten dat hij door ‘politie en justitie’ was ingelicht op een dodenlijst te staan van Ridouan Taghi. Sindsdien is echter over die bedreiging van justitie of politie, binnen of buiten het Marengo-proces, niets vernomen.

Weski:

Taghi werd destijds zonder enig bewijs genoemd als de verantwoordelijke voor die lijst. Peter R. de Vries twijfelde destijds al aan de betrouwbaarheid van die melding. Cliënt heeft toen laten weten niets van doen te hebben met zo’n dodenlijst. Over een eventueel onderzoek naar zo’n lijst door het Openbaar Ministerie is helaas niets meer inhoudelijks vernomen, dus ook niet of die melding op desinformatie berustte. (tekst gaat verder onder reclame)

Afspraak

Op het moment dat De Vries zijn tweet plaatste (11.29 op 14 mei) was er een wereldwijde klopjacht op Taghi gaande (hij werd in december van dat jaar 2019 in Dubai gearresteerd). Op een zitting van het Marengo-proces is gebleken dat de recherche op die 14 mei 2019 een naaste relatie van Taghi afluisterde die in gesprek met meerdere anderen sprak over de tweet van De Vries. De getapte persoon sprak volgens Weski verbazing uit over het bericht omdat De Vries namelijk helemaal nooit iets negatiefs over Taghi zou hebben geschreven of gezegd.

Diezelfde 14 mei had die persoon een afspraak op het kantoor van Weski in Rotterdam-Centrum. In een ruime periode rond die afspraak (op diezelfde 14 mei tussen 10.00 en 14.30) registreerde de politie middels een netwerkmeting alle telefoons die zich in dat tijdsbestek in het westelijk deel van het centrum van Rotterdam bevonden, van vele duizenden mensen. Weski zei aan de rechtbank dat de politie kennelijk hoopte dat er op of rond haar kantoor door iemand die dag zou worden gebeld met Taghi, misschien over de dreiging op De Vries. De politie stelde dat echter niet vast.

Enorme publieke druk

In 2020 raakte De Vries betrokken in de Marengo-zaak tegen Taghi toen hij zich opwierp als adviseur van kroongetuige Nabil B., die over Taghi en andere verdachten in het Marengo-proces belastende verklaringen heeft afgelegd. Taghi zat op dat moment al enkele maanden in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught, als één van de best bewaakte gedetineerden van Nederland.

De publieke druk voor politie en justitie – en voor de minister van Justitie – om deze zaak op te lossen is enorm, nog groter dan de druk die er destijds was om Taghi aan te houden. Het ligt voor de hand dat het onderzoek naar de opdrachtgever(s) voor de aanslag op De Vries zich op een brede kring van verdachten zal richten en niet alleen op die van Ridouan Taghi.

Het dossier over de bijzondere opsporingsmethodes die de recherche inzette om Taghi in de kraag te vatten beslaat vele duizenden pagina’s, is opmerkelijk genoeg voor advocaten alleen met pen en papier in te zien op een politiebureau, en is verder zelfs deels geheim.

Als de twee huidige verdachten – zoals naar verwachting – zullen zwijgen, en dat spoor doodloopt, kan er geen twijfel bestaan: in de zoektocht naar de moordenaar(s) van De Vries zal geen enkel middel worden geschuwd. En het resultaat zal hoogst onzeker zijn. Net als de aanslag zelf kan het onderzoek traumatische gevolgen hebben.