Verzoeken om vrijlating Marengo-verdachten afgewezen

De rechtbank van Amsterdam heeft de verzoeken tot opheffen of schorsing van de voorlopige hechtenis, die de advocaten van drie verdachten in de strafzaak Marengo deze week tijdens de regiezitting hebben gedaan, afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er ten aanzien van deze verdachten nog altijd voldoende bewijs ligt en ook gronden zijn om de voorlopige hechtenis voort te laten duren.

Broer

Het strafproces Marengo gaat over vijf moorden en verschillende pogingen tot moord door een criminele organisatie. Er zijn zeventien verdachten in het proces, van wie er nu twaalf nog in hechtenis zitten, onder wie hoofdverdachte Ridouan Taghi, en Mohamed R. en diens broer Saïd R.. Die laatste zit in Colombia en wacht op uitlevering naar Nederland.

De rechtbank wijst ook een verzoek van Zeki R. af om een contactverbod met zijn medeverdachte broer Mohamed R. te laten vervallen. Zeki R. is één van de verdachten die op vrije voeten is.

Onderzoekswensen

Op 13 oktober is er een extra zitting in de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp. Het Openbaar Ministerie zal uiterlijk op 5 oktober schriftelijk reageren op de onderzoekswensen die de verdediging tijdens de afgelopen zittingsdagen heeft ingediend. Op de zitting van 13 oktober zullen de partijen de gelegenheid krijgen om verder over de onderzoekswensen te spreken. Daarna zal de rechtbank erover besluiten.

Zie de laatste berichten:

Taghi wil zijn zaak afsplitsen van andere Marengo-verdachten

Zwijgzame kroongetuige wilde niets over afstandbediening van televisie kwijt