De laatste rapportages van agent A-4265

Als het Openbaar Ministerie weigert de verslagen van de undercoveragent A-4265, over zijn actie tegen de van cocaïnehandel verdachte Joop M., aan de rechtbank te laten zien, dan moeten de officieren van justitie in de zaak zelf maar worden gehoord. Dat bepleitten de advocaten van Joop M. maandag bij de Bredase rechtbank op een nieuwe tussentijdse zitting in de slepende zaak. Agent A-4265 raakte verwikkeld in een liefdesaffaire met de vrouw van zijn doelwit en betrok ook diens zoontje bij zijn onderzoek. Uiteindelijk beroofde de agent zich in april 2021 van het leven.

(beeld Hessel de Ree, DPGMedia)

Door @Wim van de Pol

De rechtbank wees een vorige maand gedaan verzoek van de advocaten Esther Blok en Michel van Stratum, om interne politieverslagen over de infiltratie en een nog geheim deel van het eigen van verslag van A-4265 op te vragen, af. Maandag deden ze een nieuwe poging om meer helderheid te krijgen over wat er nu precies tijdens de politie-infiltratie is gebeurd.

Het was een opzienbarende operatie. Joop M. uit Zevenbergschen Hoek werd ervan verdacht leiding te geven aan grootschalige smokkel van cocaïne, onder meer via corrupte contacten in de haven van Vlissingen. De politie kocht daarom een huis naast van dat M. en A-4265 kreeg jaren de tijd om vertrouwen van M. te winnen om bewijs tegen hem te verzamelen.

Belangenafweging

Vanwege zijn recht op privacy en zijn recht op een eerlijk proces moeten M. en de rechtbank kunnen vaststellen of de actie wel toelaatbaar was, stellen zijn advocaten. Al bekend is dat de actie bijna geen bewijs opleverde. Wat was de overweging om er dan toch zo lang mee door te gaan, vroeg advocaat Van Stratum zich af. Als zelfs het kwetsbare zoontje moest worden betrokken, er een liefdesrelatie met de vrouw van M. ontstond en kennelijk zodanig lijden bij A-4265 ontstond dat die zelfmoord pleegde door de infiltratie, wat is dan de belangenafweging geweest, zei Van Stratum. Joop M. heeft volgens hem het recht dat te weten.

Begeleiders

Begin deze maand maakten de twee officieren van justitie een proces-verbaal op over de actie. Dat vindt van Stratum onvoldoende om de vragen van zijn cliënt te beantwoorden. De officieren stellen daarin onder meer dat zij zelf geen contact met A-4265 hebben gehad, alleen met drie begeleiders van infiltranten. Verder schrijven zij niets over de vraag of ze overleg hebben gehad met de top van het Openbaar Ministerie en de speciale commissie die er is om over dit soort vergaande methoden te adviseren.

Van Stratum tegen de rechtbank:

De vraag springt in het oog waar in de zaak het gezag over de opsporing en het WOD-traject heeft gelegen, als door beide zaaksofficieren van justitie geen kennis is gedragen van cruciale informatie en evenmin toereikend onderzoek is ingesteld, ook niet achteraf, naar onregelmatigheden in het WOD-traject?

De advocaat stipte hier een zeer actueel gevoelig punt aan. Het OM moet in dit soort operaties permanent, volgens de wet, toezicht houden op een politie-infiltratie. De politie mag niet op eigen houtje met vergaande opsporingsmethoden avonturieren. In het proces-verbaal van de officieren gaan zij niet in op de vraag van de rechtbank hoe zij dan toezicht hebben gehouden op de infiltratie van A-4265.

Gevoeligheid

Bij de begeleiding door de politie ligt nog een grotere gevoeligheid. Onder meer de Commissie Brouwer, die onderzoek deed naar deze infiltratie, oordeelde dat de zelfmoord van A-4265 direct samenhing met zijn werk en dat het leiding geven binnen het team Werken onder Dekmantel tekort heeft geschoten. Daar komt nog een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid bovenop. Ook binnen de bovenliggende afdeling Afgeschermde Operaties (AO) is sprake van slecht leidinggeven en een verziekte cultuur. Ten slotte bleek recent dat één van de zaaksofficieren tegelijkertijd het onderzoek van de Rijksrecherche naar de toedracht rond de zelfmoord van A-4265 heeft begeleid.

Welk belang?

Wisten de officieren er echt niets van dat het fatale traject met A-4265 misschien aan het ontsporen was? Of zien politie en justitie een ander belang om radicaal te weigeren inzage te geven in de onderliggende politiestukken over de affaire, bijvoorbeeld omdat die teveel inzicht zouden geven in de werkwijze van politie-undercovers. Of is het belang om bepaalde onvolkomenheden of zelfs onrechtmatigheden in de werkwijze met A-4265 buiten beeld te houden?

Een argument van de officieren om de laatste rapportages van de agent niet aan de rechtbank te geven was dat deze voor zijn dood niet door hem ondertekend waren, en dus misschien niet klaar waren en de betrouwbaarheid ervan niet vaststaat.

De advocaten van Joop M. vroegen maandag alsnog om deze en andere interne stukken van de politie aan de rechtbank te overleggen. Ook willen ze dat de rechtbank de officieren van justitie en de begeleiders van de overleden agent bij de politie als getuige laat horen. Pas op 23 februari neemt de rechtbank een beslissing over deze verzoeken.