‘Falen leidinggevenden oorzaak geweld in jeugdinrichting’

In 2022 zijn twee gedetineerden van Den Hey-Acker in Breda door geweld om het leven gekomen. Politie moest herhaaldelijk worden opgetrommeld om jeugdige delinquenten in toom te houden. Een verslaggever van BN/De Stem sprak met medewerkers van de jeugdinrichting. Zij wijten het uit de hand lopen van de incidenten aan falen van leidinggevenden, en aan ‘vriendjespolitiek en machtsmisbruik’.

Vernietigend rapport

De medewerkers met wie de krant sprak zeggen dat gemotiveerde medewerkers geen ruggensteun krijgen, maar juist worden ‘tegengewerkt en weggepest’.

Er ligt al een vernietigend rapport over de dodelijke incidenten van de overheid. Vier Rijksinspecties rapporteerden al over te grote werkdruk, onervarenheid van (nieuw) personeel en een gebrek aan alertheid als oorzaken van het falende toezicht.

Op één hoop

De medewerkers die BN De Stem sprak durven nu pas echt naar buiten te treden, gesteund door de conclusies van de inspecties. Hun kritiek is nog veel scherper.

Groepsleidster Wilma wijst op het probleem dat de kortverblijfgroepen van tien tot twaalf jongeren niet doorstromen. Dat betekent dat jongeren van allerlei soort bij elkaar bleef en dat is juist niet de bedoeling: ‘Alles ging op één hoop. Op onze afdeling zaten zowel licht verstandelijk beperkten, zedenverdachten en pedojagers als geharde drugscriminelen, drillrappers en moordenaars.’

Daarom zat er voortdurend onrust en agressie in de groep.

Pispot

Wilma en haar collega krijgen op de werkvloer dagelijks agressie in woord en ook fysiek voor hun kiezen: ‘Spugen, slaan en schelden, of de inhoud van een pispot over je heen. Soms hoor je dat er 100.000 euro op je hoofd is gezet, dat een jongen je buiten laat afschieten.’

Vrouwelijke collega’s krijgen te maken met ongewenst gedrag en aanrandingen.

De groepsleiders merken dat er met klachten over gedetineerden niets wordt gedaan. Ondanks dat ze melden dat ze zich erg onveilig voelen. Omdat de jongens merken dat er overval mee weg komen gaan ze steeds verder.

kl

Er zijn dagen dat Wilma het gezien de spanningen in de groep niet verantwoord vindt om de deuren ’s ochtends te openen, zodat de jongens over de afdeling kunnen lopen. Als ze dat meldt, hoort ze dat ze niet moet zeuren. Maar de coördinatoren en het management komen niet veel op de werkvloer.

‘Je ziet ze vliegen met dat rare zesde zintuig van je. Doe open’, zei een van hen.

Wilma: ‘Toen ik dat deed, was het meteen knokken. Ze pakten een zwakke jongen die altijd al de klos was. Precies waarvoor we hadden gewaarschuwd.’

Nadat een leidinggevende naliet de groepsleiders te informeren over een jongen die een slechtnieuws-gesprek had gehad werden ze aangeval­len. De leidinggevende sloot zich ‘gillend’ op in zijn kantoor. Wilma: ‘Wij vingen de klappen voor hem op.’

Inleveren

Nadat Wilma bij een incident gewond raakte aan haar hand en rug informeerde haar baas niet hoe het met haar ging. Ze had tijdens een gevecht haar hand tussen een celdeur gekregen. De chef vond dat haar benen niet gewond waren en dat ze bij hem binnen had kunnen lopen.

In een functioneringsgesprek voelt ze zich ‘vernederd’ als een briefje met punten die ze wilde bespreken door hem uit haar hand wordt gegrist en verfrommeld. Ze wordt uitgelachen. Dezelfde chef zette haar telefonisch onder druk om te komen werken terwijl ze overwerkt thuiszat.

Na een melding over wangedrag van een collega zette deze baas haar per direct op straat: ‘Jij moet hier binnen tien minuten weg. Nú je justitiepas inleveren. Ontslagen op staande voet.’

Louc

In de groepen waar deze chef verantwoordelijk voor was zijn er in twee jaar tijd minstens zestien zwaar beschadigde collega’s uitgewerkt, zeggen medewerkers.

Na de dood van Louc, een gedetineerde die werd doodgestoken toen hij bij een vechtpartij tussenbeide wilde komen, was de betroffen groep zwaar getraumatiseerd. Ze hadden de vechtpartij meegemaakt en hem dood zien bloeden.

Een forensisch psycholoog wees de eerder genoemde chef erop dat de groep uit elkaar gehaald zou moeten worden omdat de groep onveilig was. Die wilde daar niets van weten. De pyschologe zegt dat het verschil van mening uitliep op een conflict en door de leiding werd gemanipuleerd tot een arbeidsconflict. Ze hield uiteindelijk de eer aan zichzelf en nam ontslag.