‘Criminele burgerinfiltranten worden onder de ogen van de politie miljonair’ (UPDATE)

Aan het einde van de maand verschijnen de resultaten van een onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid naar wantoestanden bij de Dienst Landelijke Informatieorganisatie (DLIO) van de landelijke eenheid van de politie. Maandag werd bekend dat de politie mogelijk sporen uitwiste in het onderzoek naar een vermoorde informant van de inlichtingendienst van de politie.

Door @Wim van de Pol

DLIO en met name het Team Criminele Inlichtingen verkeert in een crisis waarvan de werkelijke ernst nog niet duidelijk is. Er zijn aanwijzingen dat het komende rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid zeer ernstige wantoestanden aan het licht zal brengen, zo fluisteren althans verschillende bronnen.

DLIO

Vorig jaar traden er anonieme medewerkers van DLIO naar buiten, en schreven de politiebonden een brandbrief. Een onderzoek (pdf), in opdracht van de politieleiding, bracht vorig jaar aanwijzingen van groot onderling wantrouwen, vriendjespolitiek, discriminatie, falende leidinggevenden en wanorde. Dat is extra ernstig omdat DLIO en TCI uitermate gevoelige en grote onderzoeken uitvoeren, zoals onderzoeken naar liquidaties en grootschalige internationale cocaïnehandel. Ook coördineert de DLIO geheime informatie die uit het buitenland komt, bijvoorbeeld van Nederlandse politie-liaisons.

In het Algemeen Dagblad heeft CDA-Tweede Kamerlid Chris van Dam geopperd dat een parlementaire enquête naar de crisis binnen de grootste inlichtingendienst van de politie nu op zijn plaats is. Dat idee wordt gesteund door de politiebonden NPB en ACP.

Criminele informanten

Eén van de oorzaken van de problemen is ruzie over de omgang met criminele informanten. Collega’s hebben onderling wantrouwen over de vraag of daarmee op juiste en wettelijke manier wordt gewerkt. De vraag komt op of er voldoende toezicht is op de geheime activiteiten van het TCI. Eenzelfde kwestie speelde in de jaren negentig in de zogeheten IRT-affaire. Die leidde tot het instellen van de parlementaire enquêtecommissie van Maarten van Traa.

De huidige strafadvocaat Michel van Stratum deed in de nasleep van de IRT-affaire in de functie van toezichthouder op de politie onderzoek naar de werkwijze van de criminele inlichtingen dienst van de politie. Van Stratum is niet verbaasd over de nieuwe crisis en maakt zich er grote zorgen over. Van Stratum:

Mijn conclusie was toen net als van de commissie Van Traa dat de TCI niet effectief werkte en dat het toezicht onder de maat was. Helaas zijn die adviezen indertijd maar zeer beperkt gevolgd. Gevolg daarvan is dat de TCI nog steeds een soort vrijstaat is binnen de politie. Er ontbreekt een deugdelijke wettelijke basis, de bevoegdheden van de medewerkers zijn nauwelijks in de wet vastgelegd. Mede daarom worden die doelbewust omzeild, terwijl de rechterlijke controle nagenoeg geheel ontbreekt.

Van Stratum zegt veel criminele burgerinfiltranten voorbij te zien komen in grote drugszaken:

Die worden volstrekt ongemoeid gelaten. Ze kunnen soms voor de ogen van de politie multimiljonair worden.

(tekst gaat verder onder reclame)

Meer bevoegdheden

Opmerkelijk genoeg pleit de advocaat Van Stratum juist voor méér wettelijke bevoegdheden en capaciteit voor de TCI, als die maar wettelijk worden verankerd:

Er is geen wet op de TCI. Het Wetboek van Strafvordering, ook niet de herziening die er aan zit te komen, is geschreven voor het schemerige internationale criminele inlichtingenwerk. De TCI heeft onvoldoende capaciteit en mogelijkheden om zowel eigen medewerkers als gerunde informanten die diep in het criminele circuit zitten toereikend te screenen en afglijden te voorkomen. De TCI moet een informant aan de leiband hebben, en niet andersom. Er dient alsnog een centrale rol voor de rechter-commissaris te komen. Ook adequate controlemogelijkheden voor verdediging en zittingsrechter. De effectiviteit van de opsporing neemt dan toe, terwijl de integriteit van de opsporing wordt verbeterd. De samenleving is daarmee gediend en wordt veiliger.

Zie ook:

Teamchefs Landelijke Eenheid overgeplaatst na zelfmoord