Het gerechtshof in Amsterdam heeft in hoger beroep vijf verdachten in de “26Koper”-zaak flink hoger gestraft dan de rechtbank. In hoger beroep zijn celstraffen tot 14,5 jaar gegeven. De rechtbank strafte tot acht jaar.

Concrete moorden

De rechtbank legde die lagere straf op omdat er wel voorbereidingen voor ernstige misdrijven waren geconstateerd maar geen bewijs werd gezien voor plannen van concrete moorden. Daarvoor ziet het hof in Amsterdam nu wél genoeg bewijs.

Het hof baseert zijn oordeel over de intenties van de verdachten op het voorhanden hebben van wapens, en de inhoud van opgenomen gesprekken die de verdachten vertrouwelijk met elkaar voerden in auto’s en in een garagebox. Ook hebben versleutelde pgp-berichten en de inhoud van cryptotelefoons een rol gespeeld bij de bewijsvoering.

Beelden

Een grote groep mannen werden in 2015 opgepakt nadat een onderzoek naar een autodiefstal de politie naar een grote wapenvoorraad in Nieuwegein leidde. Na observatie en plaatsen van microfoons bleek dat een aantal mannen voorbereidingen trof voor geweldsmisdrijven. Ook maakten ze heimelijk beelden van (onder meer) twee personen die in 2016 zijn vermoord, Abderrahim Belhadj en Ranko Scekic.

Het Openbaar Ministerie eiste net als in eerste aanleg straffen tot zeventien jaar cel. Justitie zegt in sommige zaken voor het dilemma te staan tussen vroeg ingrijpen om een moord te voorkomen en het verzamelen van afdoende bewijs voor voorbereiding moord. Daarom wil justitie een wetswijziging.

Strafverzwarende invloed

Verdachte Werner E. krijgt 14 jaar en 6 maanden cel, Zakaria S. 13 jaar en 6 maanden, Ayoub Y. 13 jaar, Levi B. 13 jaar en 6 maanden en Jaouad W. 13 jaar gevangenisstraf. Voor alle straffen geldt dat ze zijn met aftrek van voorarrest. De verschillen in strafmaat hangen samen met andere feiten waarvoor sommige verdachten ook werden veroordeeld zoals witwassen of drugsbezit. Ook heeft bij enkele verdachten het strafblad een strafverzwarende invloed gehad.