iPhone van kroongetuige mag gebruikt in Marengo-zaak

De iPhone die de kroongetuige Nabil B. in het proces Marengo in detentie in zijn bezit had, mag worden gebruikt in het strafrechtelijk onderzoek. Dat heeft de Amsterdamse rechtbank bepaald in reactie op een klaagschrift van de deken van de Amsterdamse Orde van advocaten en de huidige advocaat van de kroongetuige.

Telefoon in detentie

Kroongetuige Nabil B. is verdachte in het proces tegen Ridouan Taghi en een aantal anderen. Ze staan terecht voort een reeks onderwereldmoorden.

Op 4 juli werd door een interview in het Algemeen Dagblad duidelijk dat B. in 2017 een iPhone in bezit had gehad tijdens zijn detentie. De kroongetuige had de telefoon in detentie tot zijn beschikking en gaf deze op enig moment aan zijn toenmalig advocaat Derk Wiersum. Nadat die was doodgeschoten is de telefoon via de deken aan de opvolgend (anonieme) advocaat overgedragen. Nadat die door de kroongetuige was ontslagen eiste B. dat die hem de telefoon in detentie terug zou bezorgen. De anonieme advocaat weigerde dit tot woede van B.. In plaats de telefoon aan B. te geven droeg de advocaat hem over aan de deken. Daar haalde de politie hem op en nam hem in beslag.

Verschoningsrecht

Zowel de deken als de huidige advocaat van de kroongetuige verzetten zich tegen die inbeslagname. Volgens hen maakten de telefoon en de op de telefoon aanwezige informatie deel uit van de vertrouwelijke relatie tussen de kroongetuige en zijn advocaat en vielen dus zowel de telefoon als de informatie daarop onder het verschoningsrecht. Beide zouden daarom niet mogen worden gebruikt in het strafrechtelijk onderzoek Marengo.

Ongegrond

De rechtbank vindt dat dit niet juist is en verklaart het beklag ongegrond. De rechtbank kan niet vaststellen dat een van de (al dan niet voormalig) advocaten van de kroongetuige of de deken ooit toegang heeft gehad tot de telefoon.

Hierdoor hebben deze advocaten en de deken ook geen toegang gehad tot de op de telefoon aanwezige informatie. Evenmin is gebleken dat de informatie op de telefoon daadwerkelijk bestemd was om aan een advocaat te worden medegedeeld. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de informatie op de telefoon niet aan een advocaat is toevertrouwd in het kader van diens beroepsuitoefening. De op de telefoon aanwezige informatie valt dan ook niet onder het verschoningsrecht.

Zie ook:

De telefoons van kroongetuige Nabil B. (#3) (UPDATE)

De telefoons van kroongetuige Nabil B. (#2)

De telefoons van kroongetuige Nabil B. (#1)