Kroongetuige Nabil B. wil een advocaat én een adviseur (UPDATE3)

Kroongetuige Nabil B. uit het moordproces Marengo weigerde vorige week bij de rechter-commissaris verder te antwoorden op vragen omdat hij geen advocaat had. Maar advocaat Nico Meijering van verdachte Mohamed Razzouki durfde donderdagochtend de stelling aan dat B. wel degelijk een advocaat heeft. Justitie ontkent dat.

Door Wim van de Pol

Zes weken geleden zou B. al een advocaat én ‘een adviseur’ hebben gevonden, zo zei B. tijdens een recent verhoor. Het Openbaar Ministerie had eerst toestemming voor die adviseur gegeven, zei B. zelf. Maar inmiddels zou die toestemming zijn ingetrokken. Bij de rechter-commissaris zou B. hebben gezegd dat dit de reden zou zijn dat hij niet verder wilde verklaren.

Volgens advocaat Meijering heeft de kroongetuige bij de rechter-commissaris gezegd al uitgebreid met de advocaat en de adviseur te hebben gesproken. Ook heeft B. gezegd te willen dat het Openbaar Ministerie de adviseur zal ‘faciliteren’. Omdat B. dit probleem geeft als reden niet verder te willen verklaren vroeg Meijering aan de rechtbank het Openbaar Ministerie op te dragen de achterliggende feiten over deze ‘adviseur’ en het ‘faciliteren’ te geven.

Meijering wil van het OM weten of het inderdaad juist is dat B. een advocaat heeft, en daarnaast een adviseur wil. En ook of het juist is dat het OM eerst toestemming gaf voor de adviseur maar die later weer introk. Waarom was dat, vraagt Meijering zich af. Welke voorwaarden stelde Nabil B. voor het werken met de adviseur, en wat hield ‘faciliteren’ in?

Meijering riep uit: ‘Iedere verdachte kan zich bij laten staan door een adviseur of een deskundige. Er kunnen geen problemen bestaan. Wat is het probleem?’

Het Openbaar Ministerie volstond met de mededeling dat de kroongetuige op dit moment geen advocaat heeft.

Naam

Meijering zegt dat dit allemaal van groot belang is voor zijn cliënt. Die zit immers al ruim twee jaar in voorlopige hechtenis, terwijl het verhoren van de cruciale kroongetuige die belangrijk bewijs levert nog nauwelijks op gang gekomen is. Hij wil zo snel mogelijk het verhoor hervatten. Ook meent Meijering het naadje van de kous te moeten weten over die adviseur omdat de kroongetuige zich beriep op zijn verschoningsrecht. De problematiek rond een adviseur valt niet onder het verschoningsrecht, vindt Meijering.

Volgens Meijering heeft het er alle schijn van dat de kroongetuige en/of zijn beoogde adviseur vragen om privileges die aan advocaten zijn voorbehouden, zoals advocatenbezoek in het huis van bewaring. In dat geval is het volgens Meijering logisch dat de adviseur is teruggefloten. Een adviseur mag volgens hem nooit de positie van een advocaat krijgen, hij hoeft zich immers niet aan de regels te houden die voor advocaten gelden. Een adviseur kan dan schade toebrengen aan verdachten in het proces zonder dat hij erop kan worden afgerekend, zoals bij een advocaat wel kan.

Advocaat Meijering zegt dat een naam van een mogelijk door B. gekozen adviseur is besproken in correspondentie met de rechter-commissaris maar hij noemde deze naam niet. Wel suggereerde hij dat de beoogde adviseur B. misschien op het gebied van ‘media’ zou kunnen adviseren. Als dat klopt dan zou het bijvoorbeeld kunnen gaan om een freelance communicatiespecialist, een woordvoerder.

Telefoons

Vorige zomer werd bekend dat kroongetuige Nabil B. in 2017 tijdens zijn voorlopige hechtenis voor wapenbezit, en later voor medeplegen van moorden, met medeweten van het Openbaar Ministerie over een pgp-telefoon heeft beschikt. Volgens advocaat Meijering blijkt nu uit een aanvulling van het dossier dat Nabil B. over nog meer telefoons beschikte in detentie. Daarover zweeg het Openbaar Ministerie tot nu toe. Die gsm-telefoons blijken te zijn getapt. Tapverslagen ervan zijn nog niet in het dossier gevoegd.

Kroongetuige B. loog dus over deze telefoons ter zitting vorige zomer omdat hij toen hij zei dat hij alleen een pgp-telefoon en een laptop had.

Zie eerdere berichten over het Marengo-proces over zeker zes moorden, tegen de 17 verdachten, waarvan Ridouan Taghi en Saïd Razzouki de hoofdverdachten zijn:

‘Belastende verklaringen in Marokko onder marteling tot stand gekomen’ (UPDATE)

Justitie: kroongetuige hoeft niet over al zijn misdrijven te vertellen