Polderoorlog tegen drugs valt niet te winnen (COLUMN)

Politiemensen en criminologen spreken zich steeds vaker uit voor een mogelijke regulering of legalisering van drugs, als oplossing om de georganiseerde misdaad de kop in te drukken. Welk drugsbeleid werkt onderaan de streep het beste?

Door Joost van der Wegen

Geweld

Afgelopen week sprak de vertrekkende politiechef van de politie in Zeeland & West Brabant, Rienk de Groot, zich uit voor het ‘kapotmaken van de verdienmodellen’ van criminelen. Pillenboeren die zich in de coke-handel begaven, veroorzaakten de laatste jaren veel (dodelijk) geweld in die provincies.

De Groot heeft geen idee hoe die verdienmodellen in de praktijk kunnen worden aangepakt, maar noemt wel de aanstaande mogelijke legalisering van cannabis in Frankrijk als ontwikkeling. Hij zegt ook dat repressie alleen het probleem van de drugsmisdaad niet zal gaan oplossen.

Opmerkelijke uitspraken voor een politieman in zo’n hoge functie. Ook interessant omdat De Groot jarenlang met zijn poten in de spreekwoordelijke modder stond.

Legaliseren

Al eerder was het de gerespecteerde criminoloog Cyrille Fijnaut die zich afvroeg of het legaliseren van cannabis op Europees niveau niet langzamerhand zou kunnen bijdragen aan het terugbrengen van de overlast door gewelddadige drugscriminelen. Ook Fijnaut is niet de eerste de beste. Hij deed in de jaren negentig al onderzoek, na de roemruchte IRT-affaire, naar aanleiding van verboden opsporingsmethoden van de politie in drugszaken.

In de verhalen van deze twee deskundigen komt terug dat de opkomst van de georganiseerde misdaad in de laatste decennia niet op tijd tot stilstand is gebracht, en dat het nog maar de vraag is of dit op korte termijn gaat gebeuren. Zij zien vooral het grote geld, en daardoor de macht van de drugsbendes, als een onoverkomelijk probleem voor politie en justitie.

Met andere woorden, het lukt ons niet meer de zogenaamde ‘ondermijning’ van de samenleving met een polderoorlog tegen de drugs tot stilstand te brengen.

De tekst gaat hieronder verder

Krom

Ligt de oplossing voor de aanpak van al dat geweld dan inderdaad in de legalisering van softdrugs?

Binnenkort gaat Nederland van start met het al lang in de steigers staande ‘wietexperiment’. Eindelijk worden er pogingen gedaan om de bevoorrading van de achterdeur van de Nederlandse coffeeshops voor elkaar te krijgen. Een al een halve eeuw bestaande kromme situatie, waarin de coffeeshops elk jaar zo’n 3 miljard aan omzet draaien, waarvan een slordige vierhonderd miljoen in de staatskas belandt. Terwijl we aan de achterdeur voor zo’n anderhalf miljard euro aan politieonderzoeken uitgeven om bevoorrading juist tegen te gaan.

Drugs

De vraag is of de legalisering van wiet gaat leiden tot meer capaciteit bij de politie voor de aanpak van harddrugs of andere misdaad. Inmiddels worden er in onze provincies crystal meth-labs gevonden. Al dan niet ten onrechte wordt Nederland aangeduid als ‘narco-staat.’

Politiebaas De Groot geeft aan dat bijna zijn hele Brabantse korps zich de laatste jaren bezighield met drugszaken. Terwijl hij dolgraag ook de inbraken in zijn provincie opgelost had gezien.

Het lijkt erop dat de legalisering of regulering van drugs steeds meer onderwerp van discussie wordt in Nederland, maar ook internationaal, en zelfs politiebazen en criminologen van naam de termen laten vallen. Het zou mooi zijn als de discussie daarover niet, zoals zo vaak, uiteenvalt in emotionele argumenten van voor- en tegenstanders, maar praktisch wordt gevoerd: welk drugsbeleid werkt onderaan de streep het beste?

Durven we te onderzoeken of bepaalde soorten drugs, zoals dat al lang het geval is bij tabak en alcohol, beter gelegaliseerd kunnen worden. Dus net als die middelen die onze maatschappij minstens evenveel schade berokkenen, en toch om de hoek verkrijgbaar zijn.

Pleidooi

Zijn er politici die deze stap durven nemen, op basis van rationale argumenten? Bij de VVD was het onlangs zelfs de voormalige officier van Justitie Greetje Bos die een serieus pleidooi hield voor de legalisering van wiet, om de criminelen zo hun kolossale winsten te kunnen ontnemen.

Voor ogen verschijnt steeds weer het beeld van de Amerikaanse drooglegging: vanaf het moment dat de alcohol in dat land verboden werd, vierde de georganiseerde misdaad in dat land feest. Er ontstond onder meer eindeloos veel corruptie bij de politie door, vanwege het vele geld, verdiend door mensen die normaal zoveel macht nooit hadden kunnen vergaren.