Politieman Martin Hoogland werd de moordenaar van Klaas Bruinsma

Politieman Martin Hoogland werd de moordenaar van Klaas Bruinsma

Martin Hoogland begon zijn loopbaan als politieagent, maar gleed af naar het criminele circuit. In de jaren negentig werd hij veroordeeld voor de moord op de legendarische Amsterdamse hasjhandelaar Klaas Bruinsma in 1991.

Daar lag hij dan zelf onder een laken op de straattegels. Zijn fiets nog onder zijn lichaam. De veroordeelde moordenaar van de roemruchte drugshandelaar Klaas Bruinsma. Op 18 maart 2004 wordt Martin Hoogland in Hoorn geveld door een salvo uit een automatisch wapen, gevolgd door een genadeschot. De dader ontkomt. Hoogland mocht als proefverlof een uurtje de gevangenis uit om boodschappen te doen.

Meteen gonst het gerucht dat het zou gaan om een afrekening voor de moord op Bruinsma begin jaren negentig, nog voor Hoogland zijn straf voor deze schietpartij definitief heeft uitgezeten. Het is het einde aan het stormachtig leven van een man die zijn loopbaan begon als agent bij de Amsterdamse politie.

Hoogland werkte in de jaren zeventig als broekie op het Amsterdamse bureau Warmoesstraat, waar hij niet bestand bleek tegen de verleidingen van de onderwereld. Als hij wordt gesnapt bij het werken als portier, krijgt hij een strafoverplaatsing naar Amsterdam-Noord.

In 1984 ontslaat de politie hem, en belandt hij in de misdaad. Hij wordt lid van de zogenoemde Joego-maffia. Martin ‘de rechercheur’ ontspoort in de loop der jaren vanwege zijn overmatige cocaïnegebruik steeds verder. In 1986 wordt hij tot 15 maanden cel veroordeeld voor een schietpartij in de Amsterdamse dancing West-End. Na zijn gevangenisstraf gaat hij aan het werk voor de bekende Joegoslavische maffiabaas Sreten “Joca” Jocic.

Vijf jaar later wordt Hoogland opnieuw opgepakt. Deze keer voor de meest tot de verbeelding sprekende moord in de vaderlandse misdaadgeschiedenis, op drugshandelaar Klaas Bruinsma. In de late uurtjes van 27 juni 1991 heeft Bruinsma een afspraak met hasjhandelaren Johan V. en Koos R. in discotheek Juliana’s, in het Hilton-hotel. Ook Martin Hoogland is aanwezig.

Bij het verlaten van de club, om kwart over vier ’s nachts, maakt Bruinsma stampij met Hoogland, die voor zijn aartsvijand werkt. Daarbij zou Bruinsma hebben geroepen: ‘Je moet niet denken dat ik bang voor je ben, omdat je een ex-politieman bent.’ En verder: ‘Als jij direct thuiskomt, dan vind jij je vrouw en je kind met een doorgesneden keel in bed.’

Kort daarop vallen vier schoten. De eerste raakt Bruinsma in de borst, de overige drie in het hoofd. Hij sterft ter plekke. De volgende dag wordt Martin Hoogland aangehouden voor deze moord.

Als hij in 1992 op vrije voeten komt – omdat de rechtbank het bewijs te kort vindt schieten – maakt Hoogland volgens justitie ook nog een einde aan het leven van crimineel Tony Hijzelendoorn. Met maar liefst 16 schoten. Het gerechtshof veroordeelt hem later tot 20 jaar cel, onder meer op basis van de getuigenis van een andere drugshandelaar, Steve Brown. ‘Martin heeft me wel dertig keer gezegd dat hij ze allebei heeft vermoord’, vertelt deze de rechtbank.

Na de liquidatie van Hoogland in 2004 gaat de verdenking voor deze aanslag een tijdje uit naar de crimineel Boneka B., die op beelden zou zijn herkend door een tipgever. Zijn advocaat weet echter aannemelijk te maken dat B. nooit op de plaats delict in Hoorn kan zijn geweest.

Hoewel eerst wordt gedacht de dood van Hoogland te maken heeft met de eerdere liquidatie van Bruinsma, is er ook het vermoeden dat hij moest sterven, omdat hij aanpapte met de groep van John Mieremet – een vijand van de Joegoslavische maffia in Amsterdam.

Later is er nog een opvallende bekentenis van de moord door een zekere Branco Marianovic, die zegt Bruinsma te hebben vermoord als bloedwraak voor de liquidatie van zijn broer Alexander in 1982 door Bruinsma’s groepering. Martin Hoogland heeft de moord op Bruinsma altijd ontkend. Hij ligt begraven op begraafplaats Zorgvlied in Amsterdam, met op zijn graf een stenen boeddha-beeld.