Rechtbank: hij moest schieten, vluchten kon niet meer

Rechtbank: hij moest schieten, vluchten kon niet meer

Valengino M. uit Lelystad, die in maart 2022 Jonathan “Jonna” van B. (27) uit Amsterdam-Zuidoost doodschoot op een parkeerterrein in Vinkeveen is door de rechtbank Utrecht ontslagen van alle rechtsvervolging. Hij krijgt geen straf omdat er volgens de rechtbank sprake was van noodweer. Van B. probeerde M. te liquideren. Om zichzelf goed te kunnen verdedigen was terugschieten noodzakelijk, stelt de rechtbank. M. was zelf ook in het bezit van een vuurwapen.

Minder dan twee meter

Valengino M. (toen 31) was in de nacht van 5 op 6 maart 2022 op een feest in Vinkeveen in Hotel Leonardo. Tegen 04.30 verliet hij dat feest en liep in de richting van de parkeerplaats.

Op camerabeelden is te zien hoe een man achter hem aanrent, een vuurwapen trekt en op hem begint te schieten. De man staat op dat moment minder dan twee meter achter hem, maar raakt hem niet omdat het vuurwapen weigert. Wel slaat hij de man uit Lelystad een paar keer met het wapen tegen zijn hoofd. Die valt en raakt gewond aan zijn been. Later blijkt dat zijn been op meerdere plaatsen was gebroken.

Automatisch wapen

Schutter Van B. rende naar een auto, pakte een nieuw vuurwapen en liep terug. Op dat moment had M. ook een vuurwapen en schoot in de richting van zijn belager. Die rende vervolgens terug naar de auto, stapte achterin waarop de bestuurder wegreed.

Even later reed de auto weer terug. Van B. hing uit het linker achterraam en schoot opnieuw, met een automatisch wapen, op M.. Achteruit lopend tussen twee geparkeerde auto’s, schoot M. terug. Hij raakte Van B. in zijn hoofd. De bestuurder van de vluchtauto reed naar een ziekenhuis waar Jonna van B. enige uren later overleed.

Vluchten onmogelijk

Gelet op deze toedracht vindt de rechtbank dat M. zich mocht verdedigen.

De vraag in deze zaak is of het terugschieten in verhouding staat tot de ernst van de dreiging die er voor hem bestond. De rechtbank concludeert dat dit wel zo was. Het terugschieten was noodzakelijk, omdat er geen reële en redelijke kans voor hem was om te vluchten. Hij stond gewond tussen twee geparkeerde auto’s en werd vanaf een paar meter afstand met een automatisch wapen beschoten. Andere vormen van geweld hadden de aanval van het latere slachtoffer niet kunnen stoppen, denkt de rechtbank.

Vuurwapen?

Hij wordt ook ontslagen van rechtsvervolging voor het voorhanden hebben van een vuurwapen. Hoe hij aan dat wapen was gekomen is volstrekt onduidelijk.

Uit niets blijkt namelijk dat M. eerder dan tijdens de aanval een wapen had. De rechtbank oordeelt dan ook dat het voorhanden hebben van het wapen onlosmakelijk is verbonden met het (gerechtvaardigd) gebruik daarvan in de noodweersituatie.

Ook de officier van justitie had de rechtbank twee weken geleden gevraagd om hem te ontslaan van alle rechtsvervolging.

De bestuurder van de vluchtauto heeft in december vorig jaar van de rechtbank veertien jaar cel gekregen voor poging tot moord.

Zie het vonnis.