Rechtszaak Heineken-losgeld: levenspartner rechter speelde Peter R. in “Judas”

De advocaten van de verdachte in een witwaszaak rond het Heineken-losgeld van Willem Holleeder hebben de voorzitter van de rechtbank gewraakt. Follow the Money schrijft dat deze rechter een relatie heeft met de acteur die Peter R. de Vries vertolkte in de serie Judas, Ronald Top.

Astrid en Sonja

De advocaten van verdachte Marcel Kaatee vinden dat rechter Eva Slager daardoor ‘de schijn van partijdigheid’ op zich heeft geladen. Peter R. de Vries was de raadgever van de zussen Astrid en Sonja Holleeder. De basis van het bewijs in de rechtszaak tegen Kaatee zijn (deels nieuwe) verklaringen van de twee zussen.

Kaatee is eigenaar van twee speelhallen op de Amsterdamse Wallen. Justitie denkt dat Willem Holleeder de werkelijke eigenaar is. Kaatee werd in 2009 vrijgesproken van witwassen, maar na de veroordeling van Willem Holleeder voor moorden, door de rechtbank in 2020, begon justitie toch weer een nieuwe zaak tegen Kaatee.

Levenspartner

Op dinsdag 17 oktober was er een zitting in de witwaszaak tegen Kaatee. Tijdens de zitting verscheen acteur Ronald Top achter in de zaal om te kijken en luisteren naar de zaak van zijn levenspartner en rechtbankvoorzitter Eva Slager.

Top speelt Peter R. de Vries in het eerste seizoen van de Videoland-serie Judas, gebaseerd op het gelijknamige boek van Astrid Holleeder. De Vries adviseerde de zussen Holleeder bij het afleggen van belastende getuigenissen tegen hun broer Willem en had zakelijke afspraken met Sonja Holleeder over de filmrechten van zijn boek over de Heineken-ontvoering.

Informeel overleg

De raadslieden van de verdachte Kaatee menen dat Slager nu op zijn minst ‘de schijn van partijdigheid’ tegen zich heeft. Kort na de zitting in oktober vroegen ze eerst per brief om uitleg. Advocaat Han Jahae zegt: ‘Ze stelde een informeel overleg voor, zonder Kaatee. Iedereen mag erbij zijn, behalve degene om wie het gaat. Dat voedt de achterdocht, het idee dat deze hele zaak een opgelegd pandoer is om hem veroordeeld te krijgen.’ Daarom werd een wrakingsverzoek ingediend bij de rechtbank Amsterdam om andere rechters te krijgen. Op 13 december doet de wrakingskamer uitspraak.

Geërgerd

Jahae had zich al eerder geërgerd over de gang van zaken rond de zaak. Het Openbaar Ministerie bleek eerder te weten dan de verdediging welke rechters de zaak zouden doen.

Verder uitte rechter Slager zich volgens hem op een niet gebruikelijke manier over de tenlastelegging. Ze vroeg of het Openbaar Ministerie overwoog om nog andere criminele geldstromen aan de verdenking toe te voegen zoals ‘het besmette vermogen van Willem Endstra’. Een rechter hoort zich niet op deze manier uit te laten over de tenlastelegging, vindt Jahae.

‘Chantage’

In 2019 schreef de rechtbank die Holleeder veroordeelde in het vonnis te hebben vastgesteld dat de gokhallen niet van Kaatee zijn, maar eigenlijk van Willem Holleeder. Daarna legden de zussen Holleeder ook weer nieuwe verklaringen speciaal over de speelhallen af, en besloot het Openbaar Ministerie een nieuwe zaak tegen Kaatee te beginnen.

Marcel Kaatee vindt dat er in 2020 door een officier van justitie een chantagepoging bij hem is gedaan. Een officier van justitie stelde hem voor de zaak te seponeren als Kaatee belastende verklaringen over Holleeder zou afleggen. Deze week schrijft Kaatee daarover in zijn blog.

De onderzoeken naar het Heineken-losgeld en de strijd tussen de gemeente Amsterdam en het Openbaar Ministerie en Marcel Kaatee staan uitgebreid beschreven in het boek: Het Heineken Losgeld: hoe de miljoenen nog altijd rondspoken.