Spion met een missie (#3)

Met een raadselachtige dood, vorig jaar in zijn bad, was de neergang van oud-inlichtingenman Hans van de Ven (69) compleet. Wie was die man wiens lichaam nu zal worden opgegraven in een nieuw onderzoek naar zijn dood door het Openbaar Ministerie van Amsterdam? Van de Ven stond mede aan de wieg van de razendsnelle ontwikkeling van het telefoontappen in Nederland. Het slot van een serie: ondergang van een inlichtingenman met een missie (één en twee).

Door @Wim van de Pol

De neerwaartse spiraal van Van de Ven, die een climax kreeg in de Baybasin-procedure, had zich voor Van de Ven al lang geleden aangekondigd. Om precies te zijn in 2002, na zijn vertrek bij de inlichtingendienst. Hij trad op als deskundige in strafzaken en in televisieprogramma Zembla.

Leven zuur maken

Van de Ven vertelde mij over een gesprek dat hij in in die periode had gevoerd met voormalige collega’s uit een technisch adviesorgaan over interceptie waar hij daarvoor een leidende rol in had gehad. Van de Ven noemde de namen van een medewerker van Justitie en van de toenmalige BVD met wie hij een lang gesprek had gevoerd, onder meer over zijn naar buiten treden. Ze hadden – zei hij – hem met klem gezegd: ‘We zullen er alles aan doen om je het leven zuur te maken’.

Hij kwam door de jaren heen herhaaldelijk op dit gesprek terug, een bittere herinnering die hem dwars bleef zitten.

Afwijzing

Zijn leven zuur maken, dat hadden ze gedaan, aldus Van de Ven, vijftien jaar later terugkijkend. Hij kreeg na 2002 een informeel beroepsverbod. In Nederland was voor hem een baan vinden uitgesloten. In de daarop volgende tien jaar probeerde hij als freelancer klussen te doen voor inlichtingendiensten in het buitenland: in bijvoorbeeld Duitsland, Chili, Zuid-Afrika en Canada. En ook bij bedrijven die nauw samenwerkten met inlichtingendiensten, zoals bepaalde tech-bedrijven in Israel, wapenbedrijven of banken. Hij zei een keer: ‘soms kreeg ik nog wel een gesprek en dan twee weken later steevast een vriendelijke brief met een afwijzing.’

Er was in die periode een inbraak geweest in zijn huis in Amstelveen. Hij kon zichzelf voor zijn kop slaan, omdat er delen van dossiers over zaken waar hij als adviseur bij betrokken was waren ontvreemd. De dieven namen een laptop en een iPad mee.

‘Nederlandse jongens’

In Canada probeerde Van de Ven via zijn contacten in dat land aan de slag te komen. Hij was er ingetrokken bij zijn toenmalige vriendin, in een relatief afgelegen plaatsje. In 2004 viel het hem op dat er een observatieteam op hem werkte, en dat er foto’s werden gemaakt tijdens tripjes naar de supermarkt. Hij pakte de telefoon en kreeg via zijn old boys network in Canada te horen dat het ‘Nederlandse jongens’ waren. Ze werden het land uitgezet. Maar Van de Ven kreeg ook in Canada geen werk en keerde terug om te sappelen vanuit Nederland.

Zwijgzaamheid

Van de Ven dronk voorheen in Nederland biertjes met hoofdcommissarissen van politie. Hij bleef zo lang mogelijk lid van de schietvereniging, zijn wapens secuur opgeborgen in de kluis bij hem thuis in Amstelveen.

Hij was niet een man die te koop liep met grote verhalen. Hij had als spion een belangrijk wapen gehad: zijn zwijgzaamheid. Het heeft jaren geduurd, en hectoliters slappe koffie, voordat hij mij maar de minste details vertelde in antwoord op vragen waar ik hem jarenlang mee lastig viel.

Van de Ven was extreem goed op de hoogte van de actualiteit en tegelijk wat wereldvreemd. Hij had een fotografisch geheugen voor cijfers, en een scherpe kijk op zijn directe omgeving, nummerborden onthouden ging als vanzelf. Hij eiste in zijn periode bij de MID dat observatieteams van de eigen dienst zouden stoppen met hem afleggen, als hij bijvoorbeeld een werkbezoekje bracht aan de luisterschotels in Eemnes of Burum.

Piet Hein-tunnel

In 2005 vertelde hij over een vervelende ervaring op een avond in de Piet Hein-tunnel, rond 22.00 in de richting van Amsterdam.

In de binnenspiegel had hij het probleem al aan zien komen, een voorgevoel. Het was een Mazda die te hard op hem af reed. ‘Ik wist hoe ze het doen’, zei hij, ‘ze geven je een flinke tik aan de zijkant achter links, en dan raak je in een spin.’ Van de Ven kwam er uit door razendsnel gas te geven en te sturen. Hij bleef ongeschonden, de Mazda scheurde weg. ‘Het was een waarschuwing of een pesterij. Ik heb daarna het kenteken laten natrekken. De auto was geregistreerd ergens bij de politie Noord-Holland.’ Een bijna weemoedig lachje: ’maar het was de MID.’

Missie

De MID heette toen inmiddels al een paar jaar lang MIVD.

De laatste jaren ging het slechter met Hans van de Ven. Contact met hem krijgen was soms maandenlang uitgesloten. Op zeker moment reed hij voor een groothandel vis rond voor restaurants en winkels in de regio Amsterdam.

In de podcast-serie die het Algemeen Dagblad maakt over zijn dood valt te beluisteren hoe hij in contact raakte met schemerige figuren, zoals een voor fraude veroordeelde vrouw die hij in huis nam. Hij maakte plannen maakte om geavanceerde technische producten, zoals temperatuur metende infrarood-camera’s te ontwikkelen. Met een raadselachtige dood in bad, zijn leesbril op de bodem, is zijn neergang compleet.

Het was een triest einde voor een rechtgeaarde man met een ontwikkeld gevoel voor goed en kwaad, en met bijzondere capaciteiten. Hij was een spion met een missie, die zijn nek uitstak en na lang aarzelen, voorzover zijn geheimhoudingsplicht dat toestond, uit de school klapte. Hij zei waar het op stond. Hij vond het prima om burgers af te luisteren als dat nodig was, maar wel volgens de regels van de rechtstaat.

Zie:

Spion met een missie (#1)

Spion met een missie (#2)