Surendy T. vrijgesproken van moord op Roncherello

Surendy T. vrijgesproken van moord op Roncherello

De rechtbank in Rotterdam heeft Surendy T. vrijgesproken van de moord op Roncherello Ellis, in oktober 2021. De bewijzen hiervoor vond de rechtbank niet overtuigend genoeg. Vier andere verdachten kregen enkele maanden celstraf voor betrokkenheid bij de overval die aan de moord vooraf ging.

Beeld: de doodgeschoten Roncherello Ellis

Om het leven

Roncherello Ellis (20) komt om het leven, nadat een van zijn vrienden op 11 oktober 2021 wordt beroofd bij een pinautomaat. De vrienden gaan in hun rode Volkswagen achter de overvallers aan. Na een achtervolging van vijf minuten, komt er een andere persoon in beeld. Een schutter, die meerdere schoten afvuurt, in de Schiltmanstraat. Hij zou in opdracht van de jongens die voor de beroving verantwoordelijk waren, hebben toegeslagen. Roncherello wordt geraakt en sterft later in het ziekenhuis.

De auto waarin Roncherello Ellis zat, toen hij werd doodgeschoten, in oktober 2021.

De vlucht van de schutter wordt deels gefilmd door beveiligingscamera’s. Nadat ze worden getoond bij Opsporing Verzocht, wordt de 18-jarige Surendy T. herkend.

Alle verdachten in deze zaak zwijgen. Ze hebben bijna allemaal forse strafbladen, voor wapenbezit, afpersing, bedreiging. De verdachte T. ontkent bij de politie en zegt verder niets. De jongens uit de twee groepen blijken elkaar te kennen.

Vrijgesproken

Donderdag is Surendy T. vrijgesproken voor het medeplegen van de moord. Er kan niet worden bewezen dat hij de schutter is, omdat er een ander wapen bij hem thuis gevonden is, dan het wapen waarmee werd geschoten: een Glock, in plaats van een Ceska. Voor het bezit van de Glock krijgt hij trouwens wel straf: 8 maanden cel.

Justitie eiste 12 jaar cel tegen Surendy T. De chauffeur van de auto kreeg geen straf. Hij was tijdens de overval in de auto achtergebleven. De rechtbank oordeelt dat hij niet wist dat er een overval gepleegd ging worden.

Hieronder de overweging van de rechtbank in deze zaak.

Niet met zekerheid

‘Hoewel de rechtbank van oordeel is dat de voornoemde feiten en omstandigheden wel in enige mate belastend zijn voor de verdachte, is daarmee nog niet komen vast te staan dat de verdachte ook daadwerkelijk de schutter is geweest. Dat de verdachte rond het tijdstip van het schietincident in de buurt van de plaats delict is geweest kan immers niet automatisch tot de conclusie leiden dat de verdachte ook de schutter is geweest.’

‘Gelet op de verschillende beschrijvingen door de getuigen van de vermoedelijke schutter en de persoon die zij lopend dan wel rennend hebben waargenomen, is de rechtbank van oordeel dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat al deze getuigen dezelfde persoon hebben gezien. Dat de verdachte tot op zekere hoogte in sommige van die beschrijvingen zou kunnen passen, maakt dat niet anders.’

‘Daarbij komt dat er geen beelden aanwezig zijn waarop de schutter al schietend te zien is. Daarnaast heeft de rechtbank aan de hand van de beelden die zich in het dossier bevinden niet zelf kunnen vaststellen of de persoon op die beelden daadwerkelijk een jas van het merk North Face draagt en is het onderzoek aan de aangetroffen North Face jas in de woning van de verdachte niet voldoende duidend gebleken. Het voorgaande brengt met zich dat voor de rechtbank niet onomstotelijk vast is komen te staan dat degene die op de beelden zichtbaar is, ook de schutter is geweest.’

‘Uit het technisch onderzoek op de plaats van het misdrijf zijn evenmin aanwijzingen gekomen die naar de verdachte hebben geleid. Daarnaast is het gebruikte vuurwapen nimmer aangetroffen. Gelet daarop kan naar het oordeel van de rechtbank ook geen directe link worden gelegd tussen de aangetroffen hulzen op de plaats delict en het gebruikte vuurwapen.’

‘De rechtbank acht het enkele gegeven dat een persoon in opgenomen gesprekken de bijnamen van de verdachte heeft genoemd als degene die geschoten heeft, onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Niet is immers gebleken dat deze persoon de verdachte daadwerkelijk heeft zien schieten en bovendien is onbekend hoe deze persoon aan die informatie zou zijn gekomen, waardoor de betrouwbaarheid daarvan niet kan worden vastgesteld.’

‘De rechtbank is voorts van oordeel dat het versluierde taalgebruik in de tapgesprekken tussen de verdachte en zijn moeder en tussen de broer van de verdachte en de moeder van de verdachte, ook in samenhang met het overige in het dossier, eveneens onvoldoende is om te kunnen concluderen dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de schutter is geweest. Er waren immers kennelijk ook andere personen in de buurt van de plaats van het misdrijf die gelegenheid hadden en nader onderzoek naar die personen is uitgebleven.’

‘De conclusie moet zijn dat er verdachte omstandigheden zijn die wijzen in de richting van de verdachte als de schutter, maar dat daaruit – ook als deze omstandigheden in onderling verband en samenhang worden bezien – niet met de vereiste mate van zekerheid kan worden afgeleid dat de verdachte de schutter was.’