Gerechtshof legt uithalers cocaïne ook met nieuwe wet geen celstraf op

Het gerechtshof Den Haag heeft afgelopen vrijdag uitspraak gedaan in zeven zaken waarin veroordelingen waren gevolgd voor het overtreden van de nieuwe ‘Uithalerswet’. Het hof lijkt zich niets aan te trekken van het idee achter de nieuwe wet dat van celstraffen een afschrikkende werking uitgaat. De eerste verdachten die voor deze nieuwe strafbaarstelling voor de rechter moesten verschijnen kregen van de rechtbank Rotterdam begin dit jaar celstraffen tussen de drie en ruim vijf maanden. Het hof hield het vorige week bij een taakstraf.

Door @Wim van de Pol

Het Openbaar Ministerie vond de eerdere straffen van de rechtbank al veel te laag en vindt dat taakstraffen al helemaal niet voldoende afschrikwekkend zijn. Het Openbaar Ministerie sprak in reactie op het arrest van het hof tegenover RTV Rijnmond van een ‘enorme domper.’ Vandaag deelde het Rotterdamse parket in een persbericht een een hele reeks nieuwe zaken waarbij in mei uithalers zijn gepakt, en ook ruim 3,6 ton cocaïne.

Onbevoegd verblijf

Sinds 1 januari 2022 is het strafbaar om onbevoegd te verblijven op onder meer haventerreinen en luchthavens. Voor de strafbaarheid is het niet meer noodzakelijk dat de politie kan bewijzen dat het verblijf te maken heeft met het uithalen van cocaïne of andere illegale goederen uit containers. Het ministerie van Justitie en het parlement hopen dat ingrijpen in de drugshandel zo makkelijker wordt en dat er door hogere pakkans en hogere straf een afschrikkende werking komt.

Maximale straf voor onbevoegd verblijf is 1 jaar gevangenisstraf, maar dit kan oplopen tot 2 jaar bij omstandigheden zoals inbraak, inklimming of het gebruik van valse sleutels of pasjes.

Afschrikwekkend effect

De rechtbank in Rotterdam kwam in februari met een uitgebreid vonnis en de aantekening dat alleen gevangenisstraffen voldoende zouden afschrikken, ook doordat uithalers zo veel geld kunnen verdienen en dus risico’s willen nemen. De rechtbank deelde celstraffen uit van tussen de 3 en ruim 5 maanden onvoorwaardelijk. Daarna volgde een aantal (super)snelrechtzittingen met steeds celstraffen in lijn met de eerdere uitspraak.

De Rotterdamse advocaat Desiree de Jonge stond de afgelopen maanden meerdere verdachten in dit soort zaken bij. De Jonge:

Het was schrijnend om te zien hoe hele jonge verdachten in Rotterdam achter elkaar meteen forse gevangenisstraffen kregen. Het ging alleen om het onbevoegd verblijf op een haventerrein, maar naar mijn idee werd wel degelijk gestraft vanwege het onderbuikgevoel dat het hier om drugsuithalers ging en dus stevig moest worden opgetreden. Dat is onterecht. Van hoge beloningen aan deze verdachten bleek helemaal niks, het werd een automatisme er maar vanuit te gaan dat dergelijke feiten lucratief en dus verleidelijk zijn.

Korte metten

Nadat het gerechtshof in Den Haag eerder al een man vrijsprak die in een slaapzak op een haventerrein lag, maakt het hof nu korte metten met celstraffen die in eerste aanleg aan uithalers zijn opgelegd. Het hof vindt dat taakstraffen evengoed voldoende afschrikken, in ieder geval bij mensen die nog zonder strafblad zijn.

Advocaat De Jonge kan zich daarin vinden: ‘Je kunt als rechtbank toch niet zeggen dat taakstraffen niet voldoende afschrikken als je ze nog nooit hebt opgelegd? Het is goed dat het gerechtshof deze lijn doorbreekt. Ik hoop dat er meer maatwerk geleverd gaat worden, geef deze verdachten bijvoorbeeld voorwaarden zodat ze in de toekomst betere keuzes maken. Daar hebben we veel meer aan dan steeds die korte klap.’

Extra hoger beroepen

De opstelling van het gerechtshof zal vermoedelijk een extra stroom aan hogere beroepen op gang brengen van verdachten die een celstraf hebben gehad in eerste aanleg, omdat een hoger beroep kansrijk lijkt.

De vraag is of de rechtbank Rotterdam de strafmaat nu in toekomstige zaken gaat aanpassen. Tijdens de eerste snelrechtzitting over uithalers in Rotterdam na het arrest zijn verdachten voorlopig in vrijheid gesteld.

Ook dat vindt De Jonge een goede ontwikkeling: ‘Voorarrest is er niet om alvast een straf uit te zitten die je nog niet definitief opgelegd hebt gekregen. Ook daar ging de rechtbank vaak wel heel gemakkelijk mee om. Ook het meteen moeten uitzitten van een celstraf daar heb ik me steeds tegen verzet.’