OM eist 10 jaar cel en tbs voor doodslag en meerdere pogingen doodslag

Het Openbaar Ministerie heeft woensdag voor de rechtbank in Amsterdam tien jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist tegen de 19-jarige Ismail H. voor het doodschieten van de 21-jarige Akram el Idrissi (foto) in Amsterdam-Zuid, op 23 maart 2022. Daarnaast wordt H. verdacht van verschillende pogingen doodslag en andere strafbare feiten.

Rolex

Ismail H. schoot op 23 maart 2022 in de Hunzestraat in de Amsterdamse Rivierenbuurt op een groepje jongens, waarbij de 21-jarige Akram el Idrissi overleed. H. was naar het plein in de Hunzestraat gekomen op een gehuurde e-bike, vermoedelijk om verhaal te halen over een gestolen Rolex-horloge, vier dagen eerder.

Kennis

Op 23 maart waren de voor de diefstal verantwoordelijke jongens – die overigens inmiddels door de rechter zijn veroordeeld – ter verantwoording naar het plein geroepen. Ismail H. werd vervolgens door een kennis gevraagd om naar het plein te komen om een van de jongens daar weg te halen. H. nam een vuurwapen mee, naar eigen zeggen niet om te schieten maar om mensen op afstand te houden. Slachtoffer El Idrissi was tijdens het grootste deel van dat gesprek op het plein volgens justitie helemaal niet aanwezig.

Doordat H. er onterecht vanuit gaat dat iemand uit de groep een vuurwapen draagt, besluit hij zijn vuurwapen te trekken en meerdere malen op de groep te schieten, waarna El Idrissi wordt neergeschoten en later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen overlijdt.

De officier van justitie in haar requisitoir:

Ter plekke ontstaat bij de verdachte de ongefundeerde en onterechte gedachte dat het latere slachtoffer of andere leden uit de groep een vuurwapen hebben. Zonder dat er een vuurwapen is getrokken, bedreigingen zijn geuit of op een andere manier een bedreigende situatie is ontstaan, besluit hij zijn vuurwapen te trekken en meermalen te schieten met het overlijden van de 21-jarige man tot gevolg.

Schietpartij bij sportschool

Naast de doodslag op Akram el Idrissi en poging tot doodslag op verschillende jongens in het groepje wordt Ismail H. ook verdacht van driemaal poging doodslag op 3 april 2022 bij een sportschool in de buurt van het Bos en Lommerplein in Amsterdam-West. Die schietpartij begon vanuit de sportschool, ging door op de Trouringhstraat en werd even later voortgezet vanuit een bakkerij op het Gulden Winckelplantsoen.

De schutter sloeg op de vlucht met een scooter van een passant, die hij onder bedreiging van een vuurwapen stal. Kort daarna wist de politie H. aan te houden omdat zijn identiteit als klant van de sportschool snel bekend was.

Telefoongegevens

Uit rechercheonderzoek bleek dat zijn telefoon ook in omgeving van de Hunzestraat aanwezig was ten tijde van de dodelijke schietpartij op 23 maart 2022. Bovendien voldeed hij aan het signalement van de schutter. Nadat hij op 20 juni 2022 in zijn cel werd aangehouden op verdenking van doodslag op El Idrissi, werd zijn woning doorzocht. Tijdens die doorzoeking werd in een bergruimte een vuurwapen aangetroffen. Met datzelfde wapen bleek El Idrissi te zijn doodgeschoten. H. heeft bekend te hebben geschoten, zowel op 23 maart als op 3 april.

Verduisterde motorscooter

De aanleiding voor de schietpartij bij de sportschool was vermoedelijk een ruzie over een op 12 februari in IJmuiden verduisterde motorscooter. H. zou deze motorscooter aan twee jongens hebben willen verkopen. Toen hij de jongens later bij de sportschool tegenkwam en een wapen op zak had, schoot hij naar eigen zeggen uit zelfverdediging op de jongens. Zijn verklaringen zijn echter naar het standpunt van het OM niet consistent en op onderdelen onjuist.

Naast doodslag en meerdere pogingen doodslag wordt H. verdacht van vuurwapenbezit, verduistering van een motorscooter nadat hij niet terugkeerde van een proefrit op 12 februari 2022 in IJmuiden, en van afpersing van een scooter op 3 april 2022.

Het OM heeft vandaag tien jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist tegen H. en motiveert dat als volgt:

Bij dergelijke feiten past een gevangenisstraf van lange duur, waarmee ook recht wordt gedaan aan het de gevolgen voor de slachtoffers en in het bijzonder het onvoorstelbare leed van de nabestaanden van het dodelijke slachtoffer. De maatregel van tbs met dwangverpleging is de enige manier om ervoor te zorgen dat verdachte zich niet kan onttrekken aan een behandeling en waarbij hij pas terug zal keren in de maatschappij als het recidivegevaar tot het minimum is gereduceerd.