Sonja Holleeder sloot in 2017 tweede deal met OM

Nadat Sonja en Astrid Holleeder in 2016 geen vragen meer wilden beantwoorden over de erfenis van Cor van Hout (foto) is er opnieuw een overeenkomst met haar gesloten. De advocaten willen nu weten wat daarin is toegezegd.

Door @Wim van de Pol

Op de tweede dag van het verhoor van Sonja Holleeder kwam er een pijnlijk punt aan het licht. Ze kon de advocaat van Holleeder, en evenmin de rechters, duidelijk maken waarom ze kennelijk telkens niet de gehele waarheid heeft gesproken over de verkoop van de erfenis van haar doodgeschoten echtgenoot Cor van Hout.

Het is ingewikkeld, maar wel een uiterst belangrijke kwestie.

Verdachte

Sonja Holleeder werd met enkele andere betrokkenen vanaf 2005 verdachte van witwassen van het Heineken-losgeld en de erfenis van Cor van Hout. In 2011 schikte Sonja Holleeder die zaak met het Openbaar Ministerie voor 1,1 miljoen euro, op voorwaarde dat ze verder geen onwaarheid over die zaak zou verklaren. In 2013 stapte ze naar de politie om te gaan praten over broer Willem Holleeder, maar ze hield informatie over de erfenis van haar man Cor van Hout (doodgeschoten in 2003) achter.

Toen de rechtszaak tegen Holleeder was begonnen werden er voor de rechter-commissaris op zeker moment vragen gesteld over de erfenis van Van Hout. Vanaf dat moment (20 juli 2016) wilde de zussen Sonja en Astrid plotseling niets meer zeggen over die zaak. Sonja gaf te kennen dat ze van het Openbaar Ministerie een toezegging wilde dat ze niet verder zou worden vervolgd voor witwassen, wat mogelijk verband zou houden met de bepaling in haar transactieovereenkomst dat ze niet zou mogen liegen, helder werd dat niet.

In februari 2017 was er na zeven maanden onderhandelen met het Openbaar Ministerie (niet met de officieren van justitie in de Holleeder-zaak) weer wel bereidheid om verder te verklaren nadat er gesproken was. Kennelijk was er een toezegging gedaan. Maar welke?

Achterdam

Sonja Holleeder vertelde toen (vanaf 2017 dus) een verhaal dat bijna niet kán kloppen.

Volgens haar zijn de uiterst winstgevende belangen in de Alkmaarse rosse buurt (de Achterdam) in 2003 teruggekocht door Robbie Grifhorst (de man die oorspronkelijk Cor van Hout had geholpen met het beleggen van het Heineken-losgeld). Tot op de dag van vandaag houdt ze dat vol.

Op de zitting van dinsdagmiddag bleek dit een heel moeilijk te geloven verhaal te zijn. Dat vinden niet alleen de advocaten van Holleeder, maar ook de FIOD.

Goudsnip

In het omvangrijke “Goudsnip”-dossier van de FIOD is de conclusie dat vanaf februari 2003 een witwasoperatie in gang is gezet, waarbij Sonja Holleeder bedragen heeft ontvangen en een aantal andere verdachten de Achterdam hebben overgenomen. Daar zijn in dat dossier veel aanwijzingen voor.

Ook blijkt uit dat dossier dat het bijzonder ongeloofwaardig is dat Rob Grifhorst schuldig zou zijn aan de witwasoperatie. Als dat het geval zou zijn dan ligt de dader overigens op het kerkhof; Grifhorst overleed namelijk in 2014.

Probleem

Advocaat Sander Janssen stuitte op een probleem. Sonja Holleeder kon het antwoord op de volgende vraag niet geven:

Wat is er veranderd sinds juli 2016 waardoor u nu wél wilt spreken over de precieze afwikkeling van de erfenis en toen niet? Uw broer wist toch al dat u over liquidaties praatte?

De vraag werd op veel verschillende manieren gesteld. Of Sonja Holleeder het nu begreep of niet werd niet helder. Ze suggereerde onder meer dat praten over de Achterdam levensgevaarlijk zou zijn door de dreiging van Willem:

Ik kon niet vertellen over het losgeld. Omdat ik nu anders onder de zoden zou liggen. (…) Ik wilde niet dat hij Cor kon doodschieten en er dan met de Achterdam vandoor zou gaan. (…) Het is me nooit om geld gegaan het enige dat mij interesseert is dat hij de Achterdam niet zou krijgen. (…) Omdat ik niet durfde.

Antwoord op de vraag gaf ze niet, net als eind 2016 bij de rechter-commissaris. Bovendien: waarom wel praten over liquidaties maar niet over de Achterdam? Een rechter vroeg waarom ze vanaf 2013 wel vrijuit sprak over Holleeder’s moorden maar niet over de afwikkeling van de erfenis van Cor van Hout:

Waarom dat onderscheid tussen geld en liquidaties? Dat is voor ons niet zo goed te begrijpen.

Andere personen?

Advocaat Sander Janssen liet doorschemeren dat hij eigenlijk wel een antwoord vermoedt. Nadat Sonja en Astrid in 2017 hun verklaringen weer hadden hervat schreef een officier van justitie een proces-verbaal over het overleg tussen de gezusters en het Openbaar Ministerie. Daarin staat dat er gesproken is over andere belanghebbenden in de zaak.

Sander Janssen

Janssen stelde Sonja Holleeder een belangrijke vraag:

Is het zo dat er misschien andere mensen betrokken zijn, niet uw broer, die u niet in de problemen wilt brengen?

Sonja:

Nee, dat is absoluut niet zo.

Janssen noemde de namen van Bertus H. en Johan V. (alias de Hakkelaar). Dat waren volgens de FIOD de mannen die de Achterdam zouden hebben gekocht (niet Grifhorst). Ze waren verdachte van witwassen (maar zijn niet vervolgd).

Janssen verzocht de rechter aan de getuige te verplichten antwoord te geven op de vraag wat er nu precies is afgesproken in 2016/2017 tussen het Openbaar Ministerie en de gezusters Holleeder. Holleeder’s advocaten willen weten welke garanties er in die tweede deal gegeven zijn.

Janssen:

Ik vind dat nu duidelijk moet worden of deze getuige zit te jokken of niet. Ik wil nu gewoon de waarheid weten.

Cor vermoord om de Achterdam?

Waarom is dit witwasverhaal nu zo belangrijk?

Omdat Sonja en Astrid Holleeder als het motief voor de moord door Willem Holleeder op Cor van Hout hebben gegeven dat hij de Achterdam in bezit wilde krijgen. Als Johan V. de Achterdam in bezit kreeg dan had Holleeder die niet, en is het motief weg. En ook rijst de vraag waarom de zussen dat dan zo vasthoudend volhielden.

Dit alles is volgens Janssen de reden dat de rechtbank Sonja Holleeder nu moet verplichten uit te leggen wat er in 2017 is afgesproken met het OM:

De relevantie is dat de Achterdam is genoemd als het motief van de moord. De getuige is van groot belang in de zaak. Voor de betrouwbaarheid van de getuige is het evident dat we moeten weten wat er is afgesproken. Dit deel van het geld kan niet half verborgen blijven. De inhoud van de transactie zou een bevestiging kunnen opleveren van ons vermoeden dat het aan Johan V. is verkocht.

Het Openbaar Ministerie is tegen dat verzoek van de advocaten omdat het niet relevant zou zijn.

Donderdag mag het Openbaar Ministerie vragen stellen aan Willem Holleeder. Vrijdag is er geen zitting, de rechtbank doet dan alleen uitspraak over het verzoek van de advocaten van Holleeder.

Zie ook:

Eerste verhoor Sonja: kalm en oppervlakkig

De eerdere berichten over het verhoor van Holleeder:

Holleeder: Klepper achter aanslag Van Essen