‘Verdachten liquidatie Kok ook betrokken bij moord Changachi’ (UPDATE)

De 25-jarige Achraf B., onder andere verdacht van de moord op shockblogger Martin Kok, is volgens het Openbaar Ministerie ook betrokken geweest bij de vergisliqidatie van Hakim Changachi. Ook Zakaria A. (24) zou een rol hebben gespeeld in de criminele organisatie die de moord op Changachi heeft georganiseerd.

Dat bleek vanochtend tijdens een pro forma zitting voor vier verdachten van de vergisliquidatie van Hakim Changachi en de voorgenomen moord op Khalid H. Zakaria A. is ook verdachte in de zaak van de moord op Martin Kok.

Hakim Changachi werd per vergissing geliquideerd in Utrecht in januari 2017. Het eigenlijke doelwit was Khalid H., die inmiddels naar het buitenland is gevlucht. Naast Achraf B. en Zakaria A. zouden ook Guyno O. en Ferrel T.N.T betrokken zijn bij de Utrechtse vergisliquidatie.

Loods in Landsmeer

In de zaak van de Utrechtse liquidatie is sprake van een Marokkaanse man met een pet die een rol zou hebben gespeeld bij de voorverkenningen van de aanslag in Utrecht. Die man met de pet zou Achraf B. zijn. Zijn dna zou ook gevonden zijn in auto’s die bij die voorverkenning zijn gebruikt en in een loods in Landsmeer waar een maand na de liquidatie van Hakim Changachi gestolen auto’s werden aangetroffen. In die loods werden ook aanstekers en lege colaflesjes gevonden, zaken die vaak worden gebruikt bij het in brand steken van vluchtauto’s.

Marengo

Achraf B., nu dus verdacht van de moord op Kok en de vergisliquidatie van Hakim Changachi, is ook verdachte in het grote Marengo-onderzoek naar verschillende liquidaties. In die zaak was gisteren een inleidende zitting voor 7 verdachten.

Een uitgebreid overzicht van de liquidatie van Hakim Changachi staat hier: Door deze liquidatie ging de kroongetuige zingen.

Het OM dient binnen twee weken de onderzoeksbevindingen over Achraf B. en Zakaria A. toe te voegen aan het dossier voor zover deze van belang zijn voor de liquidatie van Changachi en de voorgenomen liquidatie van Khalid H. De inhoudelijke behandeling van de zaken staat voor februari volgend jaar gepland.