De laatste kans voor Dino Soerel (#1)

Een belangrijke periode in het leven van Dino Soerel (56): acht volle dagen namen zijn advocaten voor hun pleidooi. Laat op de vrijdagmiddag waren ze klaar. Na 3,5 jaar zittingen in hoger beroep gingen ze voor de laatste kans van Soerel om een levenslange straf te vermijden.

Door @Wim van de Pol

In de grote zaal van de rechtbankbunker op Schiphol klonk Nico Meijering wat schor. Hij boog zich in concentratie tijdens het pleiten soms licht naar voren. Confrère Christian Flokstra sprak balancerend rechtop, vaak met de handen op de rug. Allebei weken ze vaak af van hun tekst om in spreektaal nog eens extra nadruk te leggen. De drie raadsheren bleven hen vorsend aankijken, scherp, met aanvullende vragen tot in de late uren.

Met de leesbril op zat Soerel urenlang roerloos mee te lezen in zijn trui van de gebruikelijk sobere kleur. Soms zocht hij wat op in zijn laptop. Tijdens pauzes draaide hij hij zich om naar boven om wat stram maar vrolijk glimlachend te wuiven naar familie achter het glas van de publieke tribune.

Het Openbaar Ministerie eist dat Soerel nimmer meer op vrije voeten komt.

Dubbeltje

Samen met Willem Holleeder gaf Soerel opdracht voor de moorden op Kees Houtman (2005) en Thomas van de Bijl (2006), stelt het OM. In 2009 werd hij aangehouden. De rechtbank sprak hem in 2013 vrij. Nu is het voor hem alles of niets. Het wordt een dubbeltje op zijn kant.

Bij andere Passage-verdachten tegen wie levenslag is geëist zijn de bewijsmiddelen gevarieerd, tegen Soerel weegt in het bewijs vooral de verklaring van kroongetuige Fed Ros (foto rechts).

Een andere kroongetuige tegen Soerel is Peter la S.. Hij zei dat Jesse Remmers in uitgaansgelegenheden in Rotterdam moordopdrachten kreeg van Soerel, en zich ook één keer naar Diemen heeft begeven om een opdracht te ontvangen van Dino Soerel. De rechtbank Amsterdam vond in het ondersteundende bewijs te weinig houvast om La Serpe hierin voldoende geloofwaardig te vinden.

In hoger beroep kwam Fred Ros bij het bewijs.

Anderhalf etentje

Pas na het vonnis van de rechtbank, waarin Ros dertig jaar cel kreeg voor het uitlokken van de moord op Thomas van der Bijl, kwam Fred Ros in het geweer als tweede kroongetuige tegen Soerel. De grote uitdaging van de advocaten van Soerel ligt nu in het weerleggen van de beweringen van Fred Ros. Ros stelt dat hij veelvuldig contact had met Soerel over moordopdrachten.

Waterdicht aantonen dat Soerel geen contact had met Ros is natuurlijk niet mogelijk. Bovendien hadden Soerel en Ros inderdaad zeker een aantal keer sociaal contact in 2006, wat ook wordt bevestigd door Soerel zelf. Volgens de advocaten ging dat om ‘anderhalf etentje’, voortgekomen uit het gegeven dat de toenmalige partners van Ros en Soerel vriendinnen waren.

Op schoot

Soerel heeft ontkend dat hij ooit met Ros over zaken heeft gepraat. Uit opgenomen telefoongesprekken van Soerel met derden blijkt ook dat Soerel maar weinig van Ros moest hebben. Advocaat Flokstra: ‘Dat terwijl Ros het beeld schetste dat hij bij Soerel op schoot zat.’

Advocaat Flokstra presenteerde een uitputtende analyse van telefoontaps, afgeluisterde gesprekken en historische lokatiegegevens van de telefoons van (vooral) Ros. Volgens Flokstra is er ‘tegenbewijs’. Namelijk: dat het dossier geen bewijs bevat voor contacten tussen Ros en Soerel buiten de paar contacten samen met de wederzijdse vriendinnen.

Diemen

Hoe verliep volgens Ros het veelvuldige contact over moordopdrachten?

Door middel van semafoon-contact kon Ros altijd Soerel direct bereiken, zegt Ros zelf. Ros vulde echter aan dat hij ook regelmatig naar de sportschool van Dick Vrij reed, om deze vriend van Soerel te vragen of hij hem kon bellen. Verder zou hij Soerel in het uitgaansleven in Rotterdam hebben gecontacteerd, waar hun beider vriendinnen werkzaam waren.

Op die manieren maakte hij dan een afspraak om later in Diemen een rondje te lopen met Soerel om liquidaties te bespreken.

Op een eerdere zitting zaaiden Soerel’s advocaten hier al twijfel over. Ros kwam volgens hen nooit in Diemen. Als zijn telefoon daar in de buurt aanstraalde was het immer een ‘flitsmoment’. Hij reed dan op de Ring Amsterdam langs, op weg naar Friesland of Hilversum. De telefoon van Ros is een solide baken, zeggen de advocaten, hij belde er die periode gemiddeld 35 keer per dag mee, met jan en alleman. Er zijn geen aanwijzingen dat hij hem uitzette of er voorzichtig mee was.

Niet uit te leggen

Voor de semafoon-contacten tussen Ros en Soerel ligt er geen technisch bewijs in de vorm van telecomdata. Maar als die contacten er toch waren, waarom moest Ros dan telkens naar de sportschool van Dick Vrij in Beverwijk rijden? Soerel oppiepen was dan toch makkelijker; ‘niet uit te leggen als er toch semafoon-contact is’, zei Flokstra.

Flokstra legde verder de vinger op steeds wisselende verklaringen van Ros over zijn bezoeken aan Beverwijk. Wel ‘tien keer’ was hij in Beverwijk geweest om contact te vragen met Soerel, zegt hij de ene keer. ‘Twee keer’, zegt hij de volgende keer. Hij kreeg na zijn gang naar Beverwijk ‘niet direct een afspraak’ met Soerel, zei Ros. Maar daarvoor had hij gezegd dat hij daarna wel via de semafoon contact kreeg voor een ontmoeting in Diemen.

Dick Vrij

Er zijn nog wat omstandigheden die aan het Beverwijk-verhaal van Ros knagen. Hij was helemaal niet zo’n kind aan huis in de Beverwijkse sportschool. Getuige Dick Vrij zei dat Ros in Beverwijk ‘één keer’ om Soerel was komen vragen. Verder is in een telefoontap te horen dat Dick Vrij de stem van Ros niet herkent als deze hem belt met de vraag of hij een keer kan komen trainen. In de historische verkeersgegevens van Ros’ telefoon zijn geen veelvuldige gangen naar Beverwijk terug te vinden.

De Commissaris

Uit afgetapte (onderlinge) telefoongesprekken tussen Jesse Remmers en Fred Ros is af te leiden dat zij soms spreken over de Commissaris (of Commissie). Advocaat Flokstra ontkent niet dat daarmee Soerel werd aangeduid. Volgens hem blijken twee dingen zonneklaar. Ros kon de Commissaris steeds moeilijk bereiken en ook bleek de reden waarom Remmers en Ros hem wilde spreken: het ging om geld. Zij hoopten middels Soerel geld te verdienen, niet door moordopdrachten, maar door te participeren in Soerel’s drugsprojecten.

Keer op keer blijkt, zegt Flokstra, dat de twee er maar niet in slaagden contact te krijgen met ‘de Commissaris’.

Belangrijk gesprek

Ros houdt vol dat hij vanaf december 2005 heel vaak contact met Soerel had over de voorbereidingen voor de moord op Van der Bijl. Flokstra wijst in dat verband op een ‘belangrijk telefoongesprek’ dat de politie tussen de twee heeft afgetapt, begin maart 2006, een ruime maand voor de moord op Van der Bijl. Flokstra: ‘Ros is in dat gesprek heel onzeker of er een ontmoeting met Soerel tot stand kan komen. Maar hij is dan volgens zijn zeggen al twee maanden, sinds december, regelmatig met hem in gesprek over de liquidatie Van der Bijl?’

In een ander getapt gesprek uit die tijd gesprek vindt Ros het van belang aan Remmers te melden dat hij ‘nu rechtstreeks’ met de Commissaris in contact is. Ook dat lijkt niet in overeenstemming te zijn met een al bestaand en frequent contact over een huurmoord.

Naborrelen

Zo zijn er meer inconsistenties in de beweringen van Ros, die Meijering en Flokstra urenlang fileerden. Een hele duidelijke ligt in de stelling van Ros dat hij met Soerel afspraken voor wandelrondjes in Diemen kon maken in het Rotterdamse uitgaansleven.

Ros was geen stapper maar zegt wel, net als Soerel, zijn vriendin vaak op te hebben gehaald van haar werk. Dan gingen ze met Soerel’s vriendin nog wat nachtelijk naborrelen. Maar, zo getuige Ros’ vriendin, zij werkte tijdens haar relatie met Ros niet in die uitgaansgelegenheden. Dus dat “werkcontact” met Soerel kon ook niet leiden tot contacten met Soerel in Diemen, stellen de advocaten. Bovendien peilde Ros’ telefoon op de Rotterdamse avonden waar hij naar verwees nooit uit in Rotterdam, althans niet in de buurt van de betreffende uitgaansgelegenheden.

Vanzelfsprekend hield de voorzitter van het gerechtshof, Ruud Veldhuisen, het spannend wat betreft zijn eindoordeel na een verhaal van Flokstra. Hij zei: ‘uw optreden als schriftgeleerde laat zien dat je vergeleken met het Openbaar Ministerie tot diametrale conclusies kunt komen.’

Zie ook:

De laatste kans voor Dino Soerel (#4)

De laatste kans voor Dino Soerel (#3)

De laatste kans voor Dino Soerel (#2)