Heinekenontvoerder Cor van Hout

Heinekenontvoerder Cor van Hout

Cor van Hout wordt in 1957 geboren en groeit begin jaren zestig op in een arbeiderswoning in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt met zijn moeder, stiefvader, zijn broer Ad, halfbroer Martin en twee zussen. Zijn biologische vader heeft hij nauwelijks gekend, want hij zat in de gevangenis toen Cor geboren werd en verliet zijn moeder toen Cor drie jaar was. Cor komt op 11-jarige leeftijd voor het eerst in aanraking met de politie. Hij wordt betrapt op de Dam met een collectebus, terwijl hij geld inzamelt voor het goede doel. Dat goede doel is hij zelf.

Zijn stiefvader komt ook geregeld in aanraking met justitie en zit vaak in de gevangenis. Cor hangt veel op straat, raakt betrokken bij vechtpartijtjes en spijbelt. Hij zit liever achter de flipperkast dan in de klas en dat levert hem de bijnaam ‘Flipper’ op. Als hij een jaar of 14 is, loopt een vechtpartij uit de hand en wordt hij in zijn been geschoten. Uit wraak slaat hij de schutter het ziekenhuis in en krijgt daarvoor zijn eerste gevangenisstraf. Op de mavo leert hij Willem Holleeder kennen en in diezelfde periode ontmoet hij ook Frans Meijer en Jan Boellaard, zijn latere mede-ontvoerders van Freddy Heineken.

Van Hout begint na school een aannemingsbedrijf in de Jordaan. Frans Meijer en Jan Boellaard doen het kluswerk en Cor de boekhouding. Het bedrijf loopt als een trein, zal Van Hout later vertellen. Van Hout laat het breed hangen en rijdt in dure auto’s, koopt speedboten, renpaarden en maakt reisjes naar het buitenland. Samen met Willem Holleeder, die zich inmiddels ook bij hem heeft aangesloten, bezoekt hij casino’s in Las Vegas. Na een slechte winter met veel vorst, blijkt de kas ineens leeg en gaat het bouwbedrijf failliet.

Maar Cor blijkt wel voldoende geld over te hebben om een paar panden te kunnen kopen in Amsterdam. Volgens de politie een aanwijzing dat hij naast zijn bouwbedrijf geld verdiende met andere, criminele activiteiten. Van Hout wordt ervan verdacht te hebben deelgenomen aan bankovervallen en ramkraken. Bij een overval op het hoofdpostkantoor bij het Amsterdamse Centraal Station, halverwege de jaren zeventig, ontsnapt een groep criminelen in een speedboot, met 1,7 miljoen gulden cash. De politie vermoedt dat Van Hout, Holleeder, Boellaard en Meijer de overval hebben gepleegd, maar krijgen het bewijs niet rond.

Over Cor van Hout doen talloze anekdotes de ronde. Zoals deze: in Spanje is een supermarktketen met de naam SuperCor. Op een dag zit Van Hout met een kennis op een terrasje tegenover zo’n winkel. Die kennis zegt: ‘Weet je Cor, ik ga een shoarmatentje openen’. ‘Nou’, zegt Cor, ‘dat moet je heel niet doen, je moet supermarkten openen. Kijk maar dat heb ik ook gedaan’. ‘Oh ja’, zegt die kennis, ‘waar dan?’. ‘Nou hier’, zegt Cor, ‘kijk maar’ en wijst op ‘SuperCor’. ‘Ah’, zegt die kennis, ‘dan krijg ik zeker wel een beetje korting?’. ‘Sterker nog’, zegt Cor, ‘jij hoeft helemaal niks te betalen’. Van Hout pakt een servetje van tafel en zet zijn handtekening erop. ‘Laat dit maar zien, dan kun je gratis boodschappen doen’. Terwijl de man naar de supermarkt loopt, maakt Cor zich snel uit de voeten.

Bij het grote publiek is Cor van Hout vooral bekend als een van de ontvoerders van biermagnaat Freddy Heineken en diens chauffeur. Samen met Willem Holleeder en het losgeld vlucht Cor na de ontvoering – we schrijven het jaar 1983 – naar Frankrijk. Na verloop van tijd worden ze in Parijs getraceerd en uitgeleverd aan Nederland. In februari 1987 worden de twee veroordeeld tot elf jaar cel. Door de massale media-aandacht tijdens hun vlucht naar Frankrijk en voor het proces, zijn Van Hout en Holleeder plotseling de meest beruchte criminelen van Nederland geworden.

In 1992 komen de twee ontvoerders vervroegd vrij, wegens goed gedrag en na aftrek van hun Franse detentie. Van Hout en Holleeder gaan al weer snel het criminele pad op. Althans, Van Hout wordt een paar jaar later veroordeeld voor hasjhandel, maar Holleeder niet.

Op woensdag 27 maart 1996 draait Van Hout zijn Mercedes, met naast zich zijn vrouw Sonja Holleeder (inderdaad, de zus van) en hun zoontje, de Deurloostraat in Amsterdam in, waar hij op dat moment woont. Terwijl Van Hout parkeert, loopt een man op de auto af en schiet zeven kogels door het zijraam. Van Hout wordt drie keer geraakt, maar weet desondanks uit de auto te stappen. Zijn vrouw en kind blijven ongedeerd. Van Hout overleeft de aanslag wonderwel, ook al is er een dubbele operatie nodig om de kogels uit zijn lichaam te verwijderen.

Het is de politie nooit duidelijk geworden wie er achter de aanslag op Cor heeft gezeten. In het milieu zingen de namen rond van Johnny Mieremet en Sam Klepper. De Heinekenontvoerders waren in conflict gekomen met de twee vanwege een verdwenen partij hasj van Klepper en Mieremet.

Na de aanslag wordt Cor voorzichtig. Hij legt een wapen in huis, laat zich omringen door bodyguards en vraagt aan zijn vriend Thomas van der Bijl een gepantserde auto te regelen. De zaken gaan gewoon door. De relatie met zijn vroegere kompaan Willem Holleeder is inmiddels zo verslechterd dat de twee hun zakelijke belangen afsplitsen. Holleeder trekt steeds meer op met Klepper, Mieremet en vastgoedhandelaar Willem Endstra.

In de tweede helft van de jaren negentig belandt Cor van Hout wederom in gevangenis. Hij wordt veroordeeld tot 4,5 jaar wegens het leiden van een criminele organisatie en verboden wapenbezit. In 1999 komt Cor weer vrij. Een jaar later wordt er voor de tweede keer een aanslag op hem gepleegd.

In de nacht van 20 op 21 december 2000 komt Van Hout, samen met zijn lijfwacht aan bij de woning van zijn vrouw Sonja. Als hij uit de auto stapt, wordt hij van afstand beschoten met een sluipschuttersgeweer. De kogels komen uit de bosjes langs de kant van de weg. Van Hout duikt naar de grond en blijft daar enkele minuten liggen, net als zijn lijfwacht. Daardoor denkt de schutter waarschijnlijk dat de aanslag geslaagd is en verdwijnt hij. Het wapen laat hij achter in een sloot, op nog geen 80 meter van de plek waar hij heeft geschoten. Het geluk is weer aan de zijde van Van Hout, want de kogels hebben allemaal doel gemist. Behalve schade aan de woning en de auto, heeft niemand een schrammetje opgelopen.

De recherche vermoedt al snel dat de aanslag opnieuw uit de hoek van John Mieremet komt, maar krijgt andermaal het bewijs niet rond.

Na de tweede aanslag gaat Cor weg bij zijn vrouw Sonja Holleeder en betrekt hij een luxe villa in Nigtevecht, die als een fort wordt bewaakt. Echt paranoïde wordt hij nooit. Hij is geen man om bang binnen te zitten. Ondanks de wetenschap dat er nog steeds mensen rondlopen die het op zijn leven hebben gemunt, wordt hij steeds onvoorzichtiger. Dat komt niet in het minst door zijn levensstijl: hij eet en drinkt meer dan goed voor hem is. Hij geeft teveel geld uit en raakt betrokken bij avontuurlijke ondernemingen zoals de handel in harddrugs, iets waar hij voorheen vanaf bleef.

Driemaal is scheepsrecht geldt ook voor Cor van Hout. Op 24 januari 2003 sterft hij op zijn 45e op straat in Amstelveen, geveld door een salvo uit een automatisch vuurwapen. Ook deze aanslag op Van Hout wordt niet opgelost. Verschillende ingewijden (Willem Endstra en Thomas van der Bijl) wijzen Holleeder aan als opdrachtgever van de moord op zijn voormalige bloedgabber. Volgens kroongetuige Peter la Serpe was Jesse Remmers de schutter. In juni 2022 wordt Holleeder ook in hoger beroep veroordeeld tot levenslang voor onder andere de moord op Cor van Hout.

Zie ook:

Jesse: ‘Holleeder zat niet achter moord Van Hout’