‘Informatie achtergehouden in onderzoek naar vermoorde informant’

In een onderzoek naar vermoorde informanten van het Team Criminele Inlichtingen (TCI) van de politie is informatie achtergehouden en is een cruciale bron niet gehoord, dat concludeert het Algemeen Dagblad op basis van eigen onderzoek. Informant Freddy Janssen werd in 2015 in stukken gesneden en gedumpt in een kanaal. De krant heeft van een bron inzage gekregen in berichten die zijn uitgewisseld tussen Janssen en zijn runners van de TCI.

Paniek

Volgens het Algemeen Dagblad leidde de dood van de informant, volgens politiebronnen, tot paniek bij de TCI en tot het wissen van informatie. Na een publicatie van het AD over de zaak, een jaar geleden, stelde minister Grapperhaus van Justitie een commissie in om onderzoek te doen naar twee incidenten: de dood van Freddy Janssen en de dood van een informant uit kringen rond Ridouan Taghi. Het rapport van de commissie is geheim maar afgelopen week stuurden de politie en het College van Procureurs-Generaal een brief over dat onderzoek aan de nieuwe justitieminister Dilan Yesilgöz.

De zaak is zeer pikant omdat er al zeer kritische rapporten op tafel liggen over de sfeer en het leidinggeven binnen verschillende afdelingen van de landelijke eenheid van de politie, ook over de Dienst Landelijke Informatieorganisatie (DLIO) waar de TCI onder valt, onder meer van de Inspectie Justitie en Veiligheid en van een speciale commissie.

Bron

De commissie die rapporteerde over de dood van de informanten heeft geconcludeerd dat er geen relatie is tussen het werk van de TCI en hun dood, en er valt de politie dus niets te verwijten.

Maar het AD schrijft nu dat de commissie in de casus van Freddy Janssen heeft nagelaten om te spreken met een bron die de krant onder meer inzage gaf in berichten tussen Janssen en zijn begeleiders. Uit de berichten bleek dat Janssen gericht informatie aan de politie doorgaf over de Brabantse wapenhandelaar Jan B.. Hij stuurde ook meerdere foto’s van wapens die B. in de verkoop had.

Verbaasd

Politiebonden hadden expliciet aan het College van Procureurs-Generaal laten weten dat de bron kon worden gehoord. NPB-voorzitter Jan Struijs is ‘verbaasd en teleurgesteld’ dat dit niet is gebeurd.

De conclusie van de commissie dat de dood van Freddy Janssen de politie niet aan te rekenen valt wordt bij de TCI intern betwijfeld, aldus het AD. Een bron spreekt van een grote ‘één grote cover-up’.

Jan B. is in 2017 veroordeeld voor een wapenzaak. Hij kreeg twee jaar voor het wegmaken van het lichaam van Janssen maar werd in hoger beroep vrijgesproken. In zijn zaak kwam niet aan de orde of hij misschien een motief had voor het doden van de informant.