Wie legt de grens voor de opsporing in een rechtsstaat? (COLUMN)

De discussie over het (laten) schaduwen van strafrechtadvocaten Nico Meijering en Leon van Kleef heeft nog onvoorziene gevolgen. En het brengt ook een vraag naar voren: welke vergaande methodes gebruikt de politie nog meer in haar missie om verdachten als Ridouan Taghi uit te schakelen?

Door Wim van de Pol

De gevolgen van de Dubai-missie zullen in de eerste plaats te merken zijn in het liquidatie-proces Marengo, waarin Ridouan Taghi terechtstaat met onder meer Saïd Razzouki. Nico Meijering is als advocaat van Razzouki betrokken in dat proces.

De rechtbank krijgt daar zeker te maken met nog hoger oplopende emoties door deze vergaande aanpak van de politie, en het nonchalante wegwuiven door het Openbaar Ministerie van bezwaren tegen een dergelijke werkwijze.

Het vertrouwen van betrokken advocaten in de officieren van justitie van het Openbaar Ministerie als procesdeelnemer in de rol van integer magistraat was daar al geschaad. Dat gebeurde nadat die officieren expliciet, en doelbewust, in een met verslaggevers volgepakte rechtszaal, advocaten beschuldigde van overtreding van hun plicht tot geheimhouding door informatie te lekken naar Taghi: geen advocaten dus, maar consiglieres, zo begreep het grote publiek. De advocaten zeiden zich niet te kunnen verdedigen omdat ze door hun geheimhoudingsplicht niet kunnen praten over communicatie met cliënten, en ook omdat ze in het belang van cliënten niet in kunnen gaan op de identiteit van pgp-e-mailadressen die zijn gebruikt in de communicatie waar het OM gebruik van maakte in het betoog.

Vertrouwen

Bovendien hebben de advocaten van het kantoor Ficq & Partners deze week de rechters-commissaris in het Marengo-proces gewraakt, ook al een teken van een vertrouwensbreuk.

En tijdens een openbare zitting zou de voorzitter van de rechtbank volgens advocaten de indruk hebben gewekt zich heel ongenuanceerd uit te hebben gelaten tegenover een advocaat die zich een paar tellen onderhield met een verdachte tijdens de ontruiming van de zaal.

Veel emotie en afnemend vertrouwen tussen de procesdeelnemers staan een soepel verloop van het Marengo-proces in de weg. In dat ingewikkelde proces lopen alle deelnemers door de omvang, moorddadige inhoud, dreiging van levenslange straffen, en liquidaties van een advocaat en een broer van de kroongetuige, toch al op eieren. Het belang voor alle partijen is dat het proces niet kan stranden. En er is het belang voor onze samenleving. Juist een dergelijk proces moet in onze rechtsorde goed en rechtvaardig verlopen.

Khalid J.

Deels los hiervan staat het strafproces tegen Khalid J., de man die Meijering en Van Kleef in Dubai in juni 2019 bezochten (en niet Taghi, zoals de politie, kennelijk door een tip, had vernomen). Het Openbaar Ministerie ziet bewijs dat J. met anderen een criminele organisatie vormde die moorden liet uitvoeren of probeerde uit te voeren. Hij werd in januari van dit jaar door Dubai uitgezet naar Nederland.

In die zaak zal het het schaduwen, en het in Dubai door de plaatselijke politie laten observeren van Van Kleef zeker nog een staartje krijgen. Hij is immers de advocaat van J.. Een advocaat moet volledig vrij zijn werk kunnen doen. Er liep een strafrechtelijk onderzoek door een rechter-commissaris die bovendien van de operatie niets te horen kreeg. Desgevraagd zegt Van Kleef dat de actie in Dubai ‘zeker ook nog een thema gaat worden in het proces’. Maar zal de rechtbank hierom sancties willen nemen tegen het OM? In vergelijkbare gevallen doorgaans niet. (tekst gaat verder onder reclame)

Lijken in de kast

Na Willem Holleeder is in de publieke beeldvorming Ridouan Taghi zonder meer de grootste crimineel van Nederland, alleen: nog bloeddorstiger. Misschien hierdoor geprikkeld blijken het Openbaar Ministerie en politie bereid tot soms vergaande en onorthodoxe verkenningen in de opsporing. Welke lijken zitten er nog meer in de kast, of komen er door een tipgever nog uitvallen?

Het Openbaar Ministerie toont zich bereid tegenover Taghi waar het gaat om het opereren op de rand van de regelgeving risico’s te nemen. En ook toont het OM dat het bereid is af te willen zien van de gebruikelijke goede relaties met de advocaten die net als de officieren van justitie – voor hun werk – ook maar gewoon een rol spelen in een strafproces.

De kerker

Ook de opsporing van Ridouan Taghi is aan regels gebonden. Naar de uitzetting van Taghi uit Dubai wenste de rechter-commissaris in het Marengo-proces deze maand geen nader onderzoek te doen. Tegelijk stelde zij wel dat de verslaglegging door de recherche over het ophalen van Taghi uit Dubai vraagtekens open laat. Of de de rechtbank binnenkort dan wel het naadje van de kous wil weten is afwachten.

Juist als het gaat om de berechting van personen die mogelijk onvergelijkbaar wrede en moorddadige daden hebben begaan moet de samenleving zich op zijn krachtigst, en meest rechtvaardig, tonen. Juist als het gaat om Ridouan Taghi c.s. moet het spel zorgvuldig volgens de regels van de wet worden gespeeld. Om te tonen dat Nederland zelfs dergelijke verdachten niet rechteloos in een kerker gooit, en dat de wettelijke rechtvaardigheid die de Nederlanders in hun rechtsstaat wensen ook echt bestaat. De Staat moet de rechten van alle burgers garanderen.

Geheimhouderscommunicatie

Een civiele kamer van het gerechtshof in Den Bosch heeft het Openbaar Ministerie recent op de vingers getikt, een arrest dat net als de actie in Dubai rond de advocaten, nog onvoorziene gevolgen kan hebben voor strafzaken als die tegen Taghi.

In een civiel proces tegen de Staat over de handelwijze van OM en FIOD met betrekking tot geheimhoudersgegevens van advocaten in een fraudezaak besloot het Bossche hof recent dat hiernaar een diepgaand onderzoek moet komen.

Het OM zei dat bepaalde geheimhouderscommunicatie was vernietigd. Dat was gelogen. In werkelijkheid werd die wel bewaard, en ook gelezen, verspreid en gebruikt door het Openbaar Ministerie.

Het onderzoek dat nu gaat komen is ook van belang voor strafzaken als die tegen Taghi c.s.. Het ziet met name op het beslag op informatie in computernetwerken en op het gebruik van een bepaald zoeksysteem dat het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) ook in het pgp-onderzoek naar Ennetcom heeft gebruikt.

Volgens het gerechtshof in Den Bosch probeerde het OM het onrechtmatig handelen zelfs actief te verdoezelen of af te schermen.

Een opsporingsapparaat dat zijn onrechtmatig handelen tegenover verdachten – burgers – zelfs mag afschermen: wat betreft het gerechtshof in Den Bosch ligt daar niet de toekomst van de rechtsstaat.