Langzamerhand komen de geheimen boven (#2)

In de Douane-zaak zijn het landelijk parket en het Rotterdamse parket twee kapiteins op één schip. Crimesite vernam geruchten dat er soms iets wringt. Wie was ervan op de hoogte dat men met de Amerikaanse DEA cocaïne vrij door de haven liet binnenkomen?

Door @Wim van de Pol

De talrijke cocaïnetransporten die een connectie hebben (of lijken te hebben) met de Rotterdamse corruptie wordt deels onderzocht door het landelijke en deels door het Rotterdamse parket. De ermee samenhangende moorden en aanslagen eveneens. De problematiek overlapt: dezelfde verdachten komen in verschillende onderzoeken voor. Overzicht en transparantie ontbreekt zo hier en daar (zie: Wie is wie in het Douane-dossier?).

Maar nu wordt het helderder. Het lijkt er op dat er in bepaalde onderzoeken door de politie drugs is doorgelaten.

Wringende punten

De afgelopen weken traden twee wringende punten aan de dag. Eerst bleek er een Belgisch rechtshulpverzoek bij het landelijk parket te zijn binnengekomen over een transport van 300 kilo (uit 2013) cocaïne waarover het Rotterdamse parket niets wist. In Rotterdam waren er verdachten op het oog, maar van Belgische verdachten was men niet op de hoogte.

Het parket wist niets over Belgische verdachten en een Belgisch onderzoek terwijl dat 300 kilo-transport toch aan de basis lag van het grote Doussie-onderzoek, en daarna twee aanslagen en twee moorden zijn gepleegd.

Pijnlijk

Ronduit pijnlijk was dat vorige week publiekelijk bleek dat het Rotterdamse parket niets wist over de criminele informant (“Paul”) die – in overleg met het landelijk parket – stiekem opnames had gemaakt van zijn gesprekken met Gerrit G., een van de hoofdverdachten in het grote Doussie-onderzoek van het Rotterdamse parket. Ter zitting zei een officier van justitie ‘onaangenaam verrast’ te zijn geweest door die actie, die ze deels uit de media had moeten vernemen.

Crimesite vernam al jaren geleden, uit betrouwbare bron, het gerucht dat er tussen het landelijk parket en het Rotterdams parket soms wrijving bestond over de aanpak van corruptie bij de Douane. Dat was nog voor de arrestatie van Gerrit G. in het voorjaar van 2015.

DEA

Nog veel pijnlijker voor het Openbaar Ministerie zijn de woorden die Paul’s advocaat Jan-Hein Kuijpers vorige week uitsprak in de Rotterdamse rechtszaal. Hij stelde dat zijn client “Paul” weet heeft van details over cocaïnetransporten die ongemoeid in Rotterdam zijn doorgelaten naar het criminele milieu, in samenwerking met de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA).

Doorgelaten

Volgens Paul, die suggereert dat een groep Colombiaanse leveranciers samenwerkte met de DEA, waren vele transporten van cocaïne – en ook die in Doussie – al bij de DEA bekend voordat ze de kade in Zuid-Amerika verlieten. Van tijd tot tijd werden er transporten door de DEA getipt, door de Nederlandse Douane gepakt en soms ook verdachten aangehouden.

Maar tegelijk werden er dus volgens Paul door de autoriteiten ook transporten doorgelaten, en door criminelen verkocht in Nederland.

Paul zegt dat hij dit alles aan de rechtbank wil uitleggen. Hij is op dit moment niet in Nederland en woont in Colombia. Dinsdagmiddag maakt de rechtbank bekend of zij dit verhaal van Paul wil aanhoren (of hem wil laten verhoren door de rechter-commissaris).

Als het waar is wat Paul vertelt dan kan het gehele onderzoek Doussie op losse schroeven komen te staan. Dan zijn jaren van onderzoek vergeefs geweest.

FIOD

Drugs vrij doorlaten is in Nederland een doodzonde. Tijdens de IRT-affaire zijn in de jaren negentig twee ministers afgetreden, nadat bleek dat er Colombiaanse marihuana was doorgelaten door het IRT-Noord-Holland/Utrecht. Als zou blijken dat een flink deel van de huidige vloed aan cocaïne in Nederland met medeweten van de politie zelf is binnengekomen, zal dat stevige problemen voor politie en Openbaar Ministerie gaan opleveren.

Daarom is het ook zo gevoelig – als het waar is – wat Gerrit G. afgelopen vrijdag voor de rechtbank onthulde: dat FIOD-ambtenaren over zijn schouder meekeken. Kennelijk hield de FIOD toezicht op het wel of niet controleren van containers, en dus een oogje op wat er wel of niet gepakt werd. Of moeten we zeggen dat de FIOD-ambtenaren besloten over wel of niet doorlaten van drugs, in samenwerking met de DEA? Op basis van welke informatie bepaalde de FIOD-ambtenaar welke containers moesten worden gecheckt?

Vallen

Indien dit inderdaad standaard praktijk is geweest dan verklaart het goed waarom het Openbaar Ministerie zoveel moeite heeft gedaan de politieonderzoeken naar transporten die rondom Gerrit G. zijn verlopen te scheiden en ook separaat voor de rechter te brengen. De herkomst van de startinformatie van de onderzoeken moest namelijk altijd in het midden worden gelaten, omdat de samenwerking met de Amerikanen nooit naar buiten mocht komen.

Misschien verklaart dit ook de wrijving die er tussen het landelijke en het Rotterdamse parket zou zijn geweest, over aanpak van de corruptie in de haven. Wellicht ging het ook over doorlaten van cocaïne.

De broer van de in 2014 vermoorde Rinus Moerer sprak ronduit over de DEA. Van hem maakte de recherche in een onderzoek naar de 300 kilo cocaïne tussen de ananassen uit 2012 opnames met een richtmicrofoon. De recherche noteerde:

X. zei dat hij, toen hij aan de balie van Iberia stond, apart werd genomen door iemand van de DEA. (…) X. zei dat tussen de ananassen die waren gevallen 300 stuks hadden gelegen. X. zei dat hij al had geweten dat de 300 stuks zouden gaan vallen. Er was namelijk een tip geweest en die hadden zij doorgekregen van “zo een man”. Dus, zei X., ik wist dat het ging vallen, dat het in onderzoek zat. X. zei dat het werd doorgegeven toen het al op de boot stond en het dus niet meer tegen kon worden gehouden.

Zie ook deel 1 van dit verhaal:

Langzamerhand komen de geheimen boven (#1)

‘Geluidsopnamen Douane-zaak waren chantagemiddel’

Wie is wie in het Douane-dossier?

Pikante verhalen van douanier Gerrit G. (AUDIO)

Rotterdam: de corruptiezaak op de helling?

De corruptie in de haven liep uit de hand (AUDIO)