Advocaten: ‘Publieke berechting van Taghi tactiek van de overheid’

In de afronding van een vele dagen durend pleidooi hebben Inez Weski en Laura Versluis, advocaten van Ridouan Taghi in het Marengo-proces, vrijdag uitgebreid stilgestaan bij wat zij noemen de ‘publieke berechting’ van Taghi, buiten de rechtszaal. De advocaten stellen dat uit een rapport blijkt dat er binnen justitie en politie een tactiek is ontwikkeld om criminelen met inzet van media te ‘namen en shamen’.

Door @Wim van de Pol

De advocaten haalden een rapport van de Politieacademie over ondermijning aan (“Sluipend Gif“, uit 2018) waarin staat uitgelegd dat de strijd tegen ondermijnende criminaliteit ook wordt geleverd via de publieke opinie. Uit het rapport:

Er wordt gebruikgemaakt van verschillende media. De artikelenreeks van Tromp in De Volkskrant en de reportages in diverse nieuws- en actualiteitenprogramma’s zijn hier voorbeelden van.

Daarbij wordt ook binnen de overheid een speciale tactiek ingezet:

De tactiek naming & shaming wordt genoemd als wapen om een persoon of onderneming actief te verstoren in de uitvoering van ondermijnende activiteiten (…) Deze methode houdt in dat informatie met een negatief karakter (bewust) in de media wordt gebracht.

Onjuiste informatie

De advocaten Weski en Versluis menen dat dit precies is wat rond Taghi is gebeurd. Informatie die door justitie of politie naar buiten zou zijn gebracht over Taghi was negatief en ook soms onjuist. Zo is naar buiten gebracht dat er informatie zou zijn dat Taghi vanuit de EBI prinses Amalia zou bedreigen. Dat bleek achteraf niet zo bedoeld te zijn door de journalist, zo bevestigden deze, en zelfs minister Franc Weerwind, zo stellen de advocaten.

Ook was er bij nader inzien valse informatie dat Taghi boodschappen uitwisselde met de moordenaar van Theo van Gogh, en dat hij via het e-mailsysteem vanuit de EBI met de buitenwereld kon communiceren. De mediastorm erover ging niettemin door, stelt Weski: ‘Tv-avonden lang in bijna alle tv-praat- en nieuws-shows met grote foto van cliënt en bijna alle social media bleven onverdroten cliënt als betrokkene bij dit alles noemen.’

Iran

Ook het bericht in De Telegraaf in 2019 dat de voortvluchtige Taghi mogelijk bescherming zou genieten van Iran en regelmatig vanuit Dubai naar een Iraans vakantie eiland zou reizen bleek geheel onjuist te zijn, terwijl het door alle landelijke en sommige internationale media was overgenomen. Weski en Versluis menen dat dit door de opsporing was bedoeld ‘als opwaardering van het vermeende staatsgevaar van cliënt’ om zo de autoriteiten in Dubai te stimuleren Taghi uit te zetten.

De advocaten bekritiseerden ook politie- en justitieambtenaren die in tv-series en boeken of andere publicaties Taghi als dader noemen van moorden of aanslagen (bijvoorbeeld op het Telegraaf- of Panorama-gebouw), waarvoor hij niet is vervolgd of niet tot verdachte is gemaakt.

Ambtsmisdrijven

De advocaten benoemden verder een lijst met incidenten waarbij het niet anders kan zijn dan dat er zeer geheime informatie rechtstreeks uit de boezem van justitie, politie of de EBI naar journalisten is gegaan (naar een publicatie over kroongetuige Nabil B. blijkt ook een Rijksrecherche-onderzoek te zijn gedaan). Het gaat namelijk om ambtsmisdrijven, het is lekken van geheime (politie)informatie. Van sommige incidenten heeft Taghi aangifte gedaan.

Speciale aandacht was er voor informatie waar John van den Heuvel in De Telegraaf over heeft geschreven. Weski citeerde uit een boek over Van den Heuvel waarin deze stelt informatie vanuit de EBI over Taghi te hebben ontvangen, en ook over de situatie in de EBI en Taghi rechtstreeks met minister Weerwind belde.

Hij schreef in de krant dat ‘één van de advocaten’ van Taghi ‘vrijwel dagelijks om 16.00’ met Taghi belde en dat daarbij de telefoon op de speaker werd gezet. De suggestie was dat er niet bevoegde anderen konden meeluisteren.

Het klopt niet dat er derden aanwezig waren, stelden de advocaten. Het klopt wel dat de telefoon op de speaker werd gezet om het maken van notities te vergemakkelijken. Die specifieke informatie moet dus door Justitie-medewerkers zijn doorgespeeld en terechtgekomen bij een journalist, zo concluderen de advocaten.

‘Nagerecht’

De advocaten stellen dat Taghi door dit alles jarenlang met bewuste tactiek is ‘opgewaardeerd tot staatsvijand’ tegen wie alle diensten en middelen – ook niet wettelijke – geoorloofd waren. De advocaten: ‘Ook een rechtbank raakt geïntimideerd door het publieke beeld van schuld, dat al jaren wordt uitgevent. (…) Feiten doen er niet meer toe.’

Het vonnis verwordt tot een ‘verdoemd nagerecht’, aldus de advocaten, en Taghi verloor het recht op een eerlijk proces. Niettemin heeft Weski vrijspraak gevraagd voor Taghi omdat het bewijs volgens haar op de keper beschouwd geen stand houdt.

Tegen Taghi is vorig jaar levenslang geëist voor het opdracht geven voor (onder meer) zes moorden en het leiden van een criminele organisatie. Het vonnis zal waarschijnlijk in oktober volgen.

Zie ook:

‘Taghi heeft allang geen contact meer met familie’ (UPDATE)