Eis hoofdverdachte Vlissingse cokezaak: 8,5 jaar cel voor 40 en 50 kilo cocaïne

In de zaak Portunus, over invoer van cocaïne via de haven van Vlissingen, is voor de rechtbank in Breda 8,5 jaar en 8 jaar cel geëist tegen hoofdverdachten Ali B. en Björn K.. Tegen zeven andere verdachten werden maandag en vorige week straffen tot zeven jaar cel geëist. De meeste van deze verdachten werden op 1 juli 2020 tijdens een massale politieactie aangehouden. Het netwerk bleek te beschikken over verschillende corrupte havenmedewerkers, aldus justitie.

1.200 kilo

Op de tenlastelegging staan een onderschept transport van 1.200 kilo in december 2019 en één van 500 kilo in december van dat jaar. In 2020 waren er transporten van 50, 6 en 40 kilo. Het Openbaar Ministerie suggereert dat de criminele organisatie van de verdachten nog meer cocaïne heeft ingevoerd. Eerder schatte het Openbaar Ministerie de winst op 1,2 miljoen euro. Bij requisitoir stelden de officieren van justitie dat bewezen is dat de groep voor tonnen heeft witgewassen.

Drie netwerken

Tegen Ali B. eisten de officieren van justitie ook een boete van 50.000 euro. Justitie ziet hem als de man die een deel van het netwerk aanstuurde. Concreet ziet justitie tegen hem echter alleen bewijs voor zendingen van 40 en 50 kilo.

Björn K. stuurde volgens justitie een ander deel van de criminele organisatie aan. Hij zou betrokken zijn geweest bij de 1.200 kilo cocaïne. Justitie liet eerder weten dat er drie netwerken in de Vlissingse haven, soms in wisselende samenstelling, opereerden. Portunus is de naam van een project waarin meerdere strafzaken samenvallen.

Overigens denkt justitie niet dat de verdachten de eigenaren waren van de ingevoerde cocaïne.

Beelden

Een deel van de mannen werkte in de Bijleveldhaven en de Scaldiahaven in Vlissingen-Oost bij havenbedrijven. De politie bracht beelden naar buiten van kennelijk corrupte havenmedewerkers. Justitie spreekt van wijdverbreide corruptie in de Vlissingse haven.

Vorige week werd vier jaar cel geëist tegen een man uit Vlissingen. Hij is de enige die uitgebreid heeft verklaard over zijn betrokkenheid bij cocaïnesmokkel. Voor hulp bij zeven transporten kreeg hij per keer 25.000 euro, vertelde hij.

De verdachten die nu terechtstaan vormen maar een deel van de Portunus-verdachten. In 2020 bleek dat justitie een hoofdverdachte met de nick “Zebra” in beeld had. Tegen deze Joop M. uit Bergschenhoek eiste het Openbaar Ministerie in december elf jaar cel, zijn advocaten willen dat de zaak van tafel gaat omdat er door de inzet van een politie-infiltrant, die een affaire begon met zijn echtgenote, een veel te grote inbreuk op zijn privéleven is gemaakt.

De uitspraak in de verschillende zaken volgt niet eerder dan april.